r
30 A
F
I
If
2’2
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
XV. Bijzondere opdrachten.
XVI. Verhouding tot andere diensten.
(tjjdel. dienst)
Bij de Politie werden stappen gedaan tot betere samen
werking bij behandeling van Hinderwet- en Drankwetaan-
gelegenheden.
De woningen, waarvoor de aangevraagde huurverhoo-
gingen niet of niet ten volle door de Huurcommissies wa
ren ingewilligd, werden in observatie genomen.
Daarbij bleek, dat, van de 4929 in 1918 gecontroleerde wo
ningen, de huren van 927 woningen waren verhoogd, deels
in overeenstemming met nadere uitspraken van den kan
tonrechter, deels echter wederrechtelijk; de verhoogingeu
waren over het algemeen van weinig beteekenis.
In verband met de splitsing van den dienst der Gemeen
tewerken werden, in overleg met de andere Directeuren
van onder Openbare Werken ressorteerende diensten, voor
stellen ontworpen tot onderlinge regeling van werkzaam
heden en bevoegdheden; aan het eind van het jaar was
deze regeling nog hangende.
Einde 1918 bestond het personeel van het Gem. Bouw- en
Woningtoezicht uit:
1 Directeur
1 Adj. Directeur
1 Hoofdinspecteur
8 Inspecteurs le klasse
13 2e
3 2e
5 Onder-Inspecteurs
1 Teekenaar le klasse
2 Teekenaars 2e klasse
2 Teekenaars (tijdel. dienst)
1 Hoofdklerk
3 le-Klerken
XVII. Personeel en huisvesting van den dienst.