30 A I 47 VERSLAG BOUW- EX WONINGTOEZICHT. hoekigen vorm, waarvan de kozijnen te lood en de boven er- benedendorpels horizontaal loopen, dan kan gezegd worden, dat liet stuk hemelgewelf, zichtbaar vanuit een punt binnen een vertrek, bepaald wordt door den hoek, gevormd door de twee verticale vlakken, die door de kozijnlijnen gaan en voorts door de vlakken, die, door de raamdorpels (boven- en onderdorpel) gaande, het horizon tale vlak snijden volgens een lijn, evenwijdig met het raamvlak en gaande door het beschouwde punt. Een dergelijke hoek wordt genoemd „ruimteboek”. Zijn de samenstellende vlaktehoeken bekend, dan kan daaruit de waarde van den ruimteboek worden berekend en daar mede het gedeelte van het hemelgewelf, dat men zich als een bol-oppervlak kan denken, dat door den ruimteboek wordt begrensd. Wordt de lichttoetreding ondervangen door gebouwen aan de tegenoverliggende straatzijde, dan wordt een deel van den bovenomschreven ruimteboek aan de lichttoetreding onttrokken. Om in dit geval na te gaan welke waarde effec tief in rekening voor de lichttoetreding mag worden ge bracht, moet het den ruimteboek insluitende vlak door den benedendorpei van het raam, vervangen worden door het vlak gaande door de lijn, die de tegenoverliggende be bouwing begrenst en waarvoor genomen wordt de hori zontale lijn, die de maximum bouwhoogte, respectievelijk de horizontale daklijn van de tegenoverliggende bebouwing aangeeft. Die lijn is in de bouwverordening vastgelegd. Als regel kan gelden, dat de bouwhoogte (voor nieuwe straten) overeenkomt met de straatbreedte en dat daar boven een dak van 4 M. hoogte wordt toegelaten, waarvan het dakvlak aan de straatzijde moet blijven binnen een vlak, dat onder een hoek van 45 graden (op den horizon) door de lijn van de geoorloofde bouwhoogte gaat. In figuur 1 is de-begrenzing van de bebouwing in ver band met de straatbreedte aangegeven. In de figuur is de straatbreedte aangenomen op 12 M., 'zoodat ook de bouwhoogte 12 M. bedraagt. De horizontaal hopende daklijn ligt derhalve op 16 M. boven het peil der

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1334