301 51 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. De gegevens verkregen bij de bestudeering van de in het voorgaande behandelde regeling van voorschriften voor de lichttoetreding in dé Bouw- en Woon ver ordening, hebben cv toe geleid, dieper in te gaan op het vraagstuk van de daglichttoetreding in vertrekken in het algemeen. Waar in de Bouw- en Woon verordening kan worden vol staan met eene algemeene regeling, die zooveel mogelijk aanpast aan de behoeften van het dageljjksch leven, ver- eischen veelal voorkomende vragen, zooals de dagliehtvoor- ziening in scholen, werkplaatsen, laboratoria, operatieka mers, musea, enz, eene meer gedetailleerde oplossing van het vraagstuk. In het bijzonder is van groot belang, nauw keurig te kunnen vaststellen, op welke daglichtintensiteit, op een bepaald aangewezen punt in een vertrek kan wor den gerekend, en voorts, hoe de plaatsing, breedte en de hoogte van een raam moeten zijn, om aan een vooraf ge stelden eisch van daglichtintensiteit te kunnen voldoen. In de litteratuur over dit onderwerp, die zich meer be paaldelijk na 1880 heeft gevormd, vindt men in hoofdzaak benaderende berekeningen toegepast, zonder daarbij op vol doende wijze te kunnen nagaan, hoe groot de benadering, dus ook hoe groot de afwijking van de mathematisch juiste berekening is. Ook door directe meting is de oplossing van het vraag stuk gezocht, waaraan uiteraard het groote nadeel is ver bonden, dat niet vooraf kan worden vastgesteld, op welke lichtintensiteit gerekend kan worden. De afmetingen van d< ramen moeten daarbij schattender wijze, in elk geval empirisch worden vastgesteld, terwijl pas na de uitvoering van den bouw door meting kan worden nagegaan, of en in hoeverre aan de gestelde eischen is voldaan. Een instrument om de grootte van het lichtgevende deel van het hemelgewelf direct te meten, is de zoogenaamde „Winkelraummesser van Weber” afgebeeld in figuur 2. Het instrument vertoont bij A eene lens, bij B een cirkel vormig projectie-blad, in gelijkzijdige vierhoeken verdeeld. Voorts bevat het instrument een graadboog, waarmede de in de figuur aangegeven hoek gemeten kan worden, dien

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1338