30 A
n
55
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
Fig. 4.
Mt/AB
AC-ZxAb
O'
n
M2 1.57079 M2
B Groncffyn
\raam
anderen vorm uitgedrukt, met '/2
gerekend op 1 M. afstand.
I
‘t.
Rechts beneden in fig. 4 is de ligging van het punt M
ten opzichte van het raam aangegeven, terwijl tevens door
aanteekening van het oogpunt en van het distantiepunt is
aangeduid, op welke wijze de perspectief is geteekend.
Wordt de lichttoetreding tot het raam niet door tegen
overliggende gebouwen belemmerd, dan kan licht van het
hemelgewelf toetreden van de oppervlakte van een ‘/«-bol
op het punt, waar de raamas het gevelvlak snijdt. Denkt
men zich het lichtuitstralende hemelgewelf verdeeld in
zeer kleine vakjes, die elk een lichtstraal naar het be
schouwde punt uitzenden, en worden die lichtstralen ge
reduceerd tot de verticaal en samengeteld, dan blijkt de
lichtintensiteit op het genoemde punt in het gevel(raam)-
vlak evenredig te wezen met 5157 vierkante graden of in
3.14159
“2*
