I 30 A I 61 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT. Fig. 8. iMJ t5X y 3 /ieier 2X0- o !5X- Uit fig. 8 is nu duidelijk te zien, welke invloed op de in tensiteit van het daglicht in het vertrek, door tegenover liggende bebouwing wordt uitgeoefend. In de onmiddellijke nabijheid van het raam is die invloed, hoewel in absoluten zin, in normaalkaarsen uitgedrukt, vrij aanzienlijk, (in het raamvlak begane-grond 2856, le verdieping 3198, tweede verdieping 3538 normaal meter kaarsen,) niet van groote beteekenis, omdat de beschikbare intensiteit aanmerkelijk grooter is dan voor duidelijk zien wordt vereiseht. maf metingen Ó&nrd H U f rJ drukken, omdat de overige afmetingen, die de elementen van het vraagstuk vormen (straatbreedte, bouwhoogte, hoogte van de verdiepingen), eveneens in absolute maat zijn uitgedrukt. Voor de raamafmetingen zijn gekozen: hoogte 2.40 M. en breedte 1.20 M. De hoogte van het horizontaal gedachte werkvlak is ook hier op 0.80 M. boven den vertrekvloer aangehouden. L- 333f k 3/9S Ver/tcate lichlinfaisitelt inde raamas opM nonzonfa/e viao.SoM boven den v/oer a 6y nied deer tcyenowrhagende oonuxng Memmerde hcht toetreding ^°°r ^^^over/tggende Moautny /■^verd C\Memmerde /tc/dfoefredtng yS/raa/- iey yr breedte en taaivAaoyte 72'M I V -WK \C 1 It O fyo /i 3i yt Jiooyfe 2 vofl

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1348