31 6 VERSLAG OMTRENT DE ONGEVALLENVERZEKERING. FINANCIEELE RESULTATEN. ongevallen 5.036,01 g. 4.595,II5 h. 43,50 f 27.186.73 Het jaar 1917 was niet zoo ongunstig als het voorafgaande jaar. De totale kosten bleven bijna f 2000 beneden die van 1916. Ze waren echter bijna f 17 000 boven- die van 1915. Dat jaar was echter het voordeeligste jaar sedert 1903. De kosten bedoeld onder a, b en c vertoonden eene regel matige stijging, terwijl de kosten van blijvende renten aan- a. b. c. d. e. f. De kosten der in het jaar 1917 voorgekomen hebben bedragen: Kosten van geneeskundige behandeling Kosten van tijdelijke uitkeeringen Kosten van voorloopige renten Constante waarde van blijvende renten Begrafeniskosten Constante waarde van renten aan nage laten betrekkingen Aandeel in de Administratiekosten der Rijksverzekeringsbank Administratiekosten van het „Fonds tot bestrijding der kosten voortvloeiende uit de Ongevallenwet 1901” f 2.549,83 6.332,87 3.056,17 5.475,— 98,23’ voorgedaan het algemeen waargenomen verschijnsel, dal de meeste ongevallen plaats hebben tusschen 1012 uur en het aantal eveneens aauzienlijk is kort na den aanvang van den tweeden werktijd, dus tusschen 2 en 4 uur. Belang rijk is het aantal ongevallen in de ochtenduren van 68 en 810 toegenomen. Een vergelijking van tabel II met den overeenkomstige!! staat uit de vorige jaarverslagen geeft tot geenerlei con clusie aanleiding, terwijl tabel III voor het geheele tijdvak 19031917 eene regelmatige verdeeling van het aantal onge vallen over verschillende maanden toont. Tabel IV geeft een verdeeling van de ongevallen naai den leeftijd en toont een aanzienlijke vermeerdering van het aantal getroffenen voor de leeftijdsgroep van 3039 jaar. Voor de overige groepen is het aantal ongevallen vrij wel gelijk gebleven, alleen voor de groep van arbeiders bo ven de 59 jaar is het gestegen van 7 tot 12. In tabel V is eenoverzicht gegeven van de ongevallen verdeeld naar de getroffen lichaamsdeelen, terwijl de ta bellen VI en VII bijzonderheden geven omtrent de ongeval len, die voorloopige of blijvende renten tengevolge hadden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1359