3 Maart 1919. Het Scheidsgerecht voornoemd: J. B. Peykot, Voorzitter. I. M. J. van Rossem, Secretaris. Ambtenaar F. C. J. v. d. Steen van Ommeren, welke leden door Burgemeester en Wethouders, ingevolge art. 52 van het Werkliedenreglement 1911 werden herbenoemd. Wegens de aanvaarding van een meer gebonden werkkring (Secretaris-Generaal van het Departement van Arbeid), zag de heer Mr. Dr. A. L. Scholtens zich genoodzaakt ontslag 'te vragen als lid en tevens als plaatsvervangend voorzitter van het Scheidsgerecht. Ter voorziening in de aldus ontstane vacaturen benoemde de Gemeenteraad in zijne vergadering van 20 Januari 1919 tot lid en plaatsvervangend voorzitter Mr. J. Plantenga, Advocaat en Procureur, te voren plaatsvervangend-lid; en tot plaatsvervangend-lid H. W. Nicolaï, Administrateur, Chef van de Afdeeling Arbeid bij het Departement van Arbeid. VERSLAG V. H. SCHEIDSGERECHT V. GEMEENTEWERKL. 32

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1372