32 b 5 VERSLAG GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE. de Voorzitter (get.) W. W. v. d. Meulen. de Secretaris (get.) Lida Francois. leden hebben dan ook sedert hun aandacht aan dergelijke films geschonken en verscheidene hunner van de opge dane ondervinding aanteekeningen gemaakt. Binnenkort hoopt de Commissie over deze quaestie een rapport uit te brengen. In Juni is de Haagsche Commissie als gastvrouw der gecombineerde vergadering der verschillende Bioscoop commissies in Nederland opgetreden. De burgemeester heeft deze bijeenkomst van voldoende gewicht geacht, om aan de ontvangst een eenigszins officieel cachet te geven. Tot dat einde werd de Raadzaal in de Javastraat ter be schikking gesteld en heeft de burgemeester de verschil lende afgevaardigden in de receptiezalen ontvangen en aan zich doen voorstellen, hetgeen door hen zeer werd ge waardeerd. Op die vergadering werden de statuten der ..Vereeniging van leden van Gemeentelijke en Particuliere Bioscoop-Gommissies in Nederland” vastgesteld, waarop inmiddels de Koninklijke goedkeuring is verkregen. Alle leden van deze Commissie zijn als lid der vereeniging toe getreden. Ook werd daarin door de daartoe benoemde Com missie rapport uitgebracht betreffende de Rijkskeuring. Door den afgevaardigde van de Haagsche Commissie werd bij die gelegenheid de wenschelijkheid bepleit van een dubbele keuring van films te weten als geschikt voor kin deren tot 14 en daarnaast toelaatbaar voor jeugdige per sonen beneden den leeftijd van 18 jaar. Zeer tot ons leedwezen was bij de oorspronkelijke samen stelling van de Staatscommissie niemand aanwezig, die be schouwd kon worden als vertegenwoordiger van de ver schillende Commissies, die zich zooveel jaren practisch met het keuringswerk hadden bezig gehouden, en wiens onder vinding toch zeker van groot nut kon zijn. Gelukkig is de minister van Binnenlandsche Zaken er toe overgegaan de Commissie als nog aan te vullen door de benoeming van den voorzitter der vereeniging Dr. W. W. v. d. Meulen, te vens voorzitter dezer Commissie en Mr. de Graaff uit Utrecht, nadat door het bestuur dier vereeniging en in de Tweede Kamer op deze lacune in de samenstelling was gewezen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1378