BJJlage 32C
Aan
Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage.
VERSLAG betreffende den Koninklijken
Schouwburg.
Het speelseizoen 1918,'’19, het eerste gedurende hétwelk
de Gemeente den Koninklijken Schouwburg zelve exploi
teerde, is thans ten eindeingevolge art. 4 van het Reglement
voor de Commissie van Beheer over den Schouwburg hebben
wij de eer Uw College het volgende overzicht aan te bieden.
Overeenkomstig art. 2 van genoemd Reglement werd de
Commissie van Beheer samengesteld als volgt:
Terstond na onze installatie zetten wij ons aan de taak,
een zoo goed mogelijke exploitatie van den Schouwburg te
verzekeren. De eerste vergaderingen waren gewijd aan een
onderzoek van de sollicitaties naar de betrekking van
directeur-administrateur van den Schouwburg, waaromtrent
"ij Uw College advies uitbrachten. Na de benoeming van
den heer J. C. van den Tol stelde deze zich overeenkomstig
onze opdracht in verbinding met de verschillende gegadigden
voor bespeling van den Schouwrburg, zoowml tooneel- als
Voorzitter: Mr. P. Droogleever Fortuyn, als lid van het
Dagelykseh Bestuur dei’ Gemeente.
Onder-VoorzitterMr. A. C. Crena de longh, als lid van
den Raad der Gemeente.
LedenM. M. Couvée, als lid van den Raad der Gemeente
Mr. G. A. van Haeften, lid uit de ingezetenen van ’s-Graven
hage; A. Harms, als lid van den Raad der Gemeente; Dr.
J. Kalf, lid uit de ingezetenen van ’s-GravenhageD.
Peereboom Voller, lid uit de ingezetenen van ’s-Gravenhage
Dr. D. F. Scheurleer, lid uit de ingezetenen van ’s-Graven
hage; Mr. J. D. Verbroek, als lid van den Raad der
Gemeente.
SecretarisMr. M. van der Feen, Inspecteur der Gemeente-
Belastingen.