32c Artikel 1. Art. 2. C O N T R A C T. voor de verpachting der buffetten en vestiaires in den Koninklykeu Schouwburg, seizoen 1918/1919. Partij ter andere zal voor het recht in 1 omschreven aan party ter eene betalen een som van tien duizend gulden voor het tydvak aanvangende één September negentien honderd en achttien en eindigende één Juli negentien honderd en negentien, welke som in zeven maandelijksehe termijnen, te beginnen den eersten October 1918 zal worden voldaan en wel de eerste zes van veertien honderd en acht-en-twintig gulden, de laatste of zevende van veertien honderd en twee-en-dertig gulden. De Commissie van Beheer over den Koninklijken Schouw burg, ten deze handelende namens het Gemeentebestuur van 's-Gravenhage en in deze vertegenwoordigd door den Direc teur-Administrateur van dien Schouwburg, Jacobus Cornells van den Tol, partij ter eene zijde, en Peter Johannes Hen- dricus Gerardus Kers, party ter andere zijde, verklaren met elkander het volgende te zijn overeengekomen. Party ter eene verleent aan partij ter andere, onder uit sluiting van ieder ander, het recht, om in den Koninklijken Schouwburg, op avonden en middagen, dat voorstellingen plaats hebben, a. Alle ververschingen, met inbegrip van alle eet- en drinkwaren, alsmede van sigaren en cigaretten en chocolade artikelen te leveren; b. De vestiaires te exploiteeren, welk recht door party ter andere wordt aanvaard. V oor de uren buiten de voorstellingen zal partij ter andere aan partij ter eene een nadere vergunning hebben aan te vragen en tusschen beide partyen een nadere regeling dienen getroffen te worden. 21 VERSLAG KONINKLIJKE SCHOUWBURG Bijlage II.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1400