34
11
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
Nadat men er in de laatste jaren in geslaagd was zich
te vereenigen tot bonden, waarin nevens de belangen van
de arbeiders (collectieve arbeidscontracten) ook de be
langen van de patroons worden behartigd, zijn minimum
tarieven vastgesteld, volgens welke de patroons thans
verplicht zijn het werk te berekenen.
De Kamer wees er ten slotte op, dat ook deze patroons,
die zich thans betere bedrijfsvoor waarden verzekerd
hebben, voor deze belasting niet gelijkgesteld behooren te
worden met gelegenheidshandelaars, met personen, die van
den oorlogstoestand profiteerende, groote voorraden goe
deren en grondstoffen aan de bedrijven hebben onttrokken
en daarmede werkelijk O.W. gemaakt hebben.
Door den heer De Clercq werd de aandacht der Kamer
gevestigd op het optreden der N.V. Centrale Bouwmate
rialen Voorziening. In verband met een circulaire van het
Comité van Actie tegen bovengenoemde vennootschap werd
door de Kamer een Commissie benoemd bestaande uit de
heeren De Clercq, Ten Hagen en Borghols, om deze aan
gelegenheid nader te onderzoeken. Op grond van het door
de heeren ingesteld onderzoek, werd besloten ter zake een
afwachtende houding aan te nemen.
Naar aanleiding van een schrijven van de Haven-Com-
missie te Scheveningen werd adhaesie betuigd bij Burge
meester-en Wethouders aan de aangenomen motie van het
Gemeenteraadslid den heer van As, waarbij de wenschelijk-
heid werd uitgesproken, dat zoo spoedig mogelijk een plan
zou worden ingediend voor den aanleg van een tweede
binnenhaven te Scheveningen.
De Kamer gaf daarbij nog in overweging, teneinde den
aanvang van het werk zooveel mogelijk te bespoedigen,
het plan bij gedeelten in te dienen.
Naar aanleiding van een adres van de Vereeniging voor
de Nederlandsche Haringvisscherij aan den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, waarvan aan de Kamer
afschrift werd toegezonden, met verzoek om adhaesiebe-
tuiging, inzake de noodzakelijkheid van het nemen van
krachtige maatregelen van overheidswege ter bevordering
van het Nederlandsche Noordzee-visscherijbedrijf, werd een
onderzoek ingesteld wat ter zake zou kunnen worden ge
daan. Aangezien bleek, dat de Regeering ter zake diligent
was, werd van het doen van bepaalde stappen afgezien.
Naar aanleiding van adressen van de Kamers van Koop
handel en Fabrieken te Zwolle en te Steenwijk, inzake
Algemeene Bèvrachtingsvoorwaarden voor de Binnen
scheepvaart, werd de Kamer door den heer Koppel verte
genwoordigd op de vergadering, welke over dit onderwerp