34 13 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. om advies door het Gemeentebestuur toegezonden request, waarbij een ingezetene verzocht te worden benoemd tot makelaar. De Kamer overwoog daarbij, dat aan makelaars voor den goederenhandel hier ter stede geen behoefte bestaat. In een vijftal gevallen werd op verzoek van den Officier van Justitie bij de Arrondissements-Rechtbank alhier, onderzocht of redenen van maatschappelijk belang het ont houden van de Koninklijke Goedkeuring op ontwerp statuten van hier ter stede op te richten naamlooze ven nootschappen wenschelijk moesten maken. De Kamer neemt te dien opzichte het standpunt in, dat zij het in strijd acht met den eisch van goede trouw in het handels verkeer, indien het aan in handelskringen als onsolide bekend staande personen mogelijk gemaakt zou worden om zaken te doen schuil gaande onder den naam van koninklijk goedgekeurde naamlooze vennootschap, terwijl zij in gevallen waar het assurantie-maatschappijen betrof, afgezien van de handelsreputatie der daarbij betrokkenen, ook afwijzend adviseerde in die gevallen, waarbij haar niet overtuigend bleek, dat de maatschappij voldoende liquide kapitaal te harer beschikking had. Een groot aantal uit het buitenland ontvangen handels- adressen en verzoeken om handelsinlichtingen werd in handen gesteld van het Bureau voor Handelsinlichtingen onder directie van den heer Kamerlingh Onnes te Am sterdam. Andere aangelegenheden, zooals het geven van monde linge of schriftelijke inlichtingen over diverse onderwer pen, werden door het Bureau der Kamer afgedaan. De Kamer kon tot haar leedwezen geen gevolg geven aan de uitnoodiging om mede te werken aan de oprichting van het Internationaal Intermediair Instituut, wijl zij vooralsnog niet over de noodige fondsen beschikt om der gelijke nuttige instellingen te steunen. Door den Secretaris werden regelmatig certificaten of verklaringen afgegeven, welke voornamelijk betrekking hadden op: a. de geloofwaardigheid van te ’s-Gravenhage geves tigde firma’s, met betrekking tot de bestemming van door hen uit het buitenland te importeeren artikelen; b. overzee te verzenden goederen van niet Nederland- schen oorsprong; c. het bekend staan van den aanvrager als uit te oefenen een bepaalden handel of bedrijf noodig voor het verkrij gen van een uitvoerconsent of om te kunnen deelen in een distributieregeling.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1423