34
21
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
versche visch
haring
garnalen
(circa 4500 vaten). Voor deze aanbrengst werd besomd
f 4.029.346 aan haring. De gemiddelde besomming per schip
bedraagt f 35.000.
Garnalenvisscherij. Van Januari tot December is totaal
aangevoerd 156.915 kilogram voor f' 21.808.
In de Scheveningsehe haven is alzoo aangevoerd en ver
kocht voor een bedrag van:
f 4.239.227 aan
4.029.346
.21.808
5. Scheepvaart.
Langs het havenkantoor aan de Laakhaven passeerden
30225 vaartuigen, met een inhoud van 938.285 kub. meter,
waarvoor havengeld betaald werd. Langs het kantoor „De
Beek” was dit aantal 20865 met een inhoud van 201.829 kub.
meter.
Totaal in 1918 51090 vaartuigen nietende 1.140.114 kub.
meter.
Wegens ijsgang was de vaart vier dagen gestremd.
Van de 27 Scheveningsehe vischloggers, welke op het
einde van 1917 in de Laakhaven lagen, zijn er 18 vertrokken,
4 loggers bleven in de Laakhaven en 5 bij een particuliere
scheepswerf.
Op deze werf, waar ook een stalen gaffelsehoener in aan
bouw is, ligt ook een motortrawler.
Het aantal vaartuigen, dat op het einde van 1918 te ’s-Gra-
venhage thuis behoorde en waarvoor havengeld betaald
werd, bedraagt 267, metende te samen 5827 kub. meter. Van
deze vaartuigen zijn er 5 die uitsluitend tot woning worden
gebruikt, terwijl de overige tevens worden gebruikt tot ber
ging en verkoop van brandstoffen enz.
De vaarten der beurt- en stoomvaartuigen waren wegens
de tijdsomstandigheden nog ongeregeld. De vaart op de
Gemeente is in vergelijking met 1917 verbeterd, hetgeen
hoofdzakelijk is toe te schrijven aan den aanvoer van distri-
butieartikelen en het mindere vervoer per spoor.
Tengevolge van het oprichten van de sehippersbeurs
Totaal f 8.290.381
In 1918 is te IJmuiden besomd door Scheveningsehe sche
pen in totaal f 1.445.166,61, terwijl te Rotterdam nog voor
circa f 70.000 verkocht werd.
Ongeveer de helft van de Scheveningsehe vloot heeft in
1918 gevaren. Wegens het mijnengevaar heeft men niet alles
in de waagschaal durven stellen.