34 27 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Smyrnatapijtfabricatie. Tengevolge van de fusie van de ’s-Gravenhaagsche Smyrnatapijtfabriek met de te Deventer en Rotterdam gevestigde Smyrnatapijtfabrieken onder den naam van Koninklijke Vereenigde Tapijtfabrieken, heeft de tapijtfabricatie hier ter stede een einde genomen. Bontindustrie. Het jaar 1918 was voor de Bontindustrie te ’s-Gravenhage niet gunstig. De Bontwerkerijen, die over- zeesche vellen hadden gekoeht, welke reeds in de Rotter- damsche haven waren aangevoerd, werden tot September 1918 verhinderd ze in fabricage te nemen, wijl de N.O.T. den importeurs verplichtte de vellen in een veem op te slaan. Deze maatregel stond in verband met een protest van de zijde der winkeliers in gemaakte goederen, die buitenlands gemaakt bont als bij-artikel voerden, tegen huns inziens plaats gehad hebbende bevoorrechting van de bestaande industrie. Het gevolg hiervan is geweest, dat de bontwerke rijen den tjjd misten om de vellen te verwerken, zoodat zij zich verplicht zagen ze in hoofdzaak onverwerkt te ver- koopen. Wordt hierbij in aanmerking genomen de terug houdendheid van het publiek, zoodra de wapenstilstand werd gesloten, dan zijn de oorzaken van het ongunstige Kleeding- en confectiefabrieken. Het jaar 1918 kenmerkte zich door groote drukte in bovengenoemd bedrijf. Waar anders de maanden Januari en Februari tot de zeer stille maanden voor den verkoop behooren, was van stilte dit jaar ook in deze maanden niets te bespeuren. rialen ging met groote moeilijkheden gepaard, vooral wat snaren en vilt betreft. De prijzen hiervan zijn in den loop der laatste jaren bijzonder gestegen. Wat den aanvoer van instrumenten uit het buitenland aangaat, deze was door de tijdsomstandigheden gering, doch men kon instrumenten betrekken tegen zeer hooge prijzen. Door deze hooge prijzen is de kooplust van het publiek aanmerkelijk verminderd. Het groote aantal vreemdelingen in Den Haag was met de vrees van het publiek dat de prijzen voor kleeding nog hooger zouden worden, hiervan wel de voornaamste oor zaak. Deze drukte hield aan tot den wapenstilstand,, toen eensklaps een malaise in het vak ontstond. Waar tot op dien tijd de werklieden het werk haast niet afkonden, ont stond toen langzamerhand veel werkloosheid, welke op het einde van het jaar nog niet tot staan gebracht was. Aanvoer van grondstoffen uit Engeland bleef ook in 1918 weder uit, zoodat de prijzen voor kleeding hoog bleven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1437