34 29 VERS!.AG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. het jaar de gebrekkige toevoer van grondstoffen het be drijf allengs in ernstiger mate is gaan drukken. Rijtuig- en carosseriefabrieken. De groote werkeloos heid in dit bedrijf tengevolge van het niet meer ontvangen van nieuwe chassis en het gebrek aan benzine duurde ook dit jaar voort. Materialen als koperwerk, leder, verfwaren, enz., werden niet meer aangevoerd of waren buitensporig hoog in prijs, zoodat dit jaar in alle opzichten zeer ongun stig voor dit bedrijf is te noemen. Manden- en Rietfabricatie. Gedurende 1918 is de toestand in dit bedrijf goed geweest, toch had het resultaat nog be vredigender kunnen zijn, wanneer het niet zoo moeilijk was geweest, de ondergeschikte grondstoffen tegen normale prijzen te bekomen. De kosten van sommig materiaal en de stijging der exploitatiekosten konden niet altijd ten volle in de verkoopprijzen gevonden worden, vooral niet waar deze verkoopprijzen vooraf bepaald werden. Ook in 1918 kwam werkeloosheid in het bedrijf niet voor. Dekkleeden- en tentenfabricatie. Hoewel niet direct on gunstig, stond het afgeloopen jaar zeer onder den druk der tijden. De omzet bleef verre onder dien van 1917. Vooral de afdeeling dekkleeden was zeer stil, eensdeels door de enorm hooge grondstofprijzen, anderdeels doordat van regeeringswege elk gebruik van olie verboden werd. In tenten werd een bevredigende omzet gemaakt, terwijl ook huurorders voor tenten een geregeld verloop hadden. Buitenlandsche artikelen voor het bedrijf waren niet ver krijgbaar. De fabricatie van marquisen etc. gaf bemoedigende re sultaten. Steendrukkerij. Evenals gedurende de jaren 1916 en 1917 heeft het bedrijf gestaan in het teeken van beslommering en belemmering, zoowel door de schaarschte aan en prijs stijging van nagenoeg alle onontbeerlijke materialen. Ook de brandstoffen-rantsoeneering voor de industrie bleef een niet te miskennen factor, die het bedrijf min of meer aan banden legde, terwijl het verloop van personeel, in de termen vallende voor de vervulling van militairen dienst, nog storend bleef werken. Verder stelden in het afgeloopen jaar andermaal ver hoogde toeslagen op salarissen en loonen wederom zware eischen aan de exploitatie. Voorzoover men door tijdige voorzorgsmaatregelen voor raden eenigszins op peil heeft kunnen houden, kon men

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1439