32
aan
de op voorraad gemaakte sigaretten gemakkelijk afzet
vonden.
Hoewel door de Regeeringsinmenging, welke voor dit
bedrijf kostbaar en ondoelmatig werd genoemd, in den aan
vang geen verliezen werden geleden, veranderde dit ter
stond bij het sluiten van den wapenstilstand. Immers toen
verminderde de binnenlandsche vraag beduidend en het
werd toen van belang geacht, om de groote voorraden zeer
duur ingekochte grondstoffen in den vrijen handel op te
ruimen. Hiertoe bestond ruimschoots gelegenheid, doch,
waar het Rijksbureau voor Tabak dit den fabrikanten niet
of onder zeer bezwarende omstandigheden toestond, waren
zij gedwongen om de voorraden voor eigen verwerking te
behouden, waardoor deze mede onderhevig werden
de groote prijsdaling van de ruwe tabak.
Partijen tabak b.v. welke f 12.per K.G. kostten, had
men bij het sluiten van den wapenstilstand nog tot f 10.
per K.G. van de hand kunnen doen, terwijl ze later niet
meer dan f 3.— per K.G. konden opbrengen.
De groote verliezen, welke daardoor op de grondstoffen
geleden werden, deden de in den aanvang van 1918 en in
de voorgaande jaren gemaakte oorlogswinsten wel weg
slinken.
Toen op het einde van het jaar reeds van Engelsche en
Amerikaansche zijde geïmporteerde sigaretten werden aan
geboden, welke van goedkoope grondstoffen waren ver
vaardigd, ware het naar het oordeel van belanghebbenden
toen het moment geweest, om de grens voor uitvoer naar
Duitschland open te zetten, teneinde daarheen de dure
inheemsche voorraden te spuien.
Tengevolge echter van het uitvoerverbod, was het voor
deze industrie onmogelijk verliezen op de grondstoffen te
omzeilen en moesten de minder kapitaalkrachtige bedrijven
met groote verliezen liquideeren en hun bedrijf opheffen.
Een tweetal dergelijke gevallen deden zich hier ter stede
voor.
Arbeidsmoeilijkheden hebben zich in het bedrijf slechts
in zooverre voorgedaan, dat alleen te klagen was over ge
brek aan arbeidskrachten. Zoowel aan bekwame monteurs,
(voor de sigarettenmachines) die tegen hoog loon uit
Duitschland hierheen kwamen, als aan paksters en plak-
sters was een tekort. Waar een pakster gemiddeld f 10.—
a f 12 per week verdient en soms zelfs een loon van f 25.
per week maakt, werd het onverklaarbaar genoemd, dat
men geen voldoend aantal arbeidskrachten voor deze in
dustrie kon vinden.
In een spoedige opheffing der steunregeling van Regee-
34 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.