41
Bijlage I.
a.
c.
I.
NOMINATIEF OVERZICHT DER NIJVERHEIDS
INRICHTINGEN.
In het onderstaand overzicht worden in het algemeen
vermeld de bedrijven, welke vallen onder art. 1 der Veilig
heidswet, dat zijn dus die, welke met één of meer kracht
werkingen of ovens worden gedreven of welke zonder
krachtwerktuigen worden gedreven, doch waarin 10 of meer
personen werkzaam zijn; de bedrijven, waarbij dit niet het
geval is, zijn niet medegeteld.
Voorts zijn hieronder niet met name genoemd:
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 34
de drukkersbedrijven (boek-, couranten-, handels- en
kunstdrukkerijen, voorts steen- en lichtdrukkerijen).
Het aantal dezer bedrijven welke met 1 of meer kracht
werktuigen dan wel met 10 of meer personen werken
bedraagt 78.
b. de netteboeterijen, welke te Schevenngen worden uitge
oefend al of niet gecombineerd met het kuipersbedrijf,
de zeilmakerij of de haringpakkerij. Het aantal dezer
bedrijven, waarin van 10 tot 47 personen werkzaam zijn,
bedraagt 50.
de kleermakers- en naaistersateliers.
d de schoenmakerijen.
e. de wasch- en strijkinrichtingen.
f. de bleekerijen.
g. de vleeschhouwerijen.
h. de spekslagerijen.
i. de broodbakkerijen.
j. de zuivelinrichtingen.
de aantallen der sub c, d, e, f, g en h vermelde bedrijven
welke door een of meer krachtwerktuigen worden ge
dreven of wel met meer dan 10 personen werken be
dragen respectievelijk 70, 13, 67, 11, 100, 42, 83 en 18.
k 38 smederijen, 5 moffel- of lakinrichtingen en 38 herstel-
plaatsen voor machines, automobielen en rijwielen, alle
vallende onder art. 1 der Veiligheidswet, doch waarin
slechts 3 of minder electromotoren zijn en welke met
minder dan 10 personen werken.
de schilderswerkplaatsen vallende onder art. 1 der Vei
ligheidswet; 18 in aantal.
m. de meubelmakerijen en houtbewerkingsinrichtingen
(waaronder de lijstenmakerijen zijn gerekend) welke
onder art. 1 der Veiligheidswet vallen, doch welke