34
73
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
Bijlage IV.
BANK- EN CRED1ETINSTELLINGEN.
Gedisconteerd werd over een bedrag
van
f
f
12.012.634,—
17.040.401,—
n
binnenlandsche
uit
741.827,—
2.130.234,—
uit
beleeningen op
10.399.057,—
14.005.882,—
uit
beleeningen op
8.445,—
nihil
in
863.305,—
904 285,—
17.059.000,—
14.495.000,—
9.687.000,—
10.881.000,—
112.280.000.—
140.220.000
Gedurende
1917/1918.
3.419.464,—
Gedurende
1918 1919.
9.362.053,60
98.626 500,—
122.808.500,—
14.234.900,—
113.365.400,—
11.269.800,—
nihil
86.500.—
17.000,—
nihil
nihil
nihil
21.675.700,—
148.188 800,—
18.270.200,—
nihil
nihil
nihil
nihil
nihil
nihil
Om recenter gegevens te verschaffen is ook opgenomen een uit
treksel uit het laatstelijk verschenen verslag dezer bank en is hierbij
heengestapt over het bezwaar dat dit loopt tot 1 April 1919.
Aangaande het alhier gevestigde Agentschap der Neder-
landsche Bank (Agenten de heeren Mr. F. A. Jas en Mr.
H. J. M. de Vries, plaatsvervangers de heeren J. A. Stötzer
en H. Mennes) blijken voor het tijdvak 1 April 1917 tot en
met 31 Maart 1918 en voor het tydvak 1 April 1918 tot
31 Maart 1919 uit de openbaar gemaakte verslagen van den
President der Nederlandsehe Bank de volgende bijzonder
heden
Het totaal der:
Gesloten effectenbeleeningen bedroeg.
Geprolong.
Afgeloste
Gesloten goederenbeleeningen bedroeg
Geprolong.
Afgeloste
Gesloten speciebeleeningen bedroeg
Geprolong.
Afgeloste
Het gemiddeld opereerend kapitaal
bedroeg
Samengesteld
wissels voor
Samengesteld
effecten voor
Samengesteld
goederen voor
Samengesteld uit voorschotten
rekening-courant voor
Het bedrag der in verwisseling tegen
bankbiljetten uitgegeven specie was
Het bedrag der in verwisseling tegen
specie uitgegeven bankbiljetten was
Dat der bankbiljetten tegen bank
biljetten was
Het totaal der verwisselingen beliep.