1
36
B
laren.
De sterfte van kinderen minder dan één jaar oud,
op 1000 levendaangegevenen was in de gemeente ’s-Gra
venhage in de verschillende maanden van de jaren
1910 t/m 1918 als volgt:
Over de verschillende maanden bedroeg de totale
sterfte in de jaren 1917 en 1918:
De algemeene gezondheidstoestand in de Gemeente
was, voor zoover die uit de sterftecijfers kan blijken,
aanmerkelijk minder gunstig dan in 1917.
Overleden in 1918: 4732 personen, waarvan 499 be
neden den leeftijd van één jaar. In de laatste 10 jaren
waren de verhoudingscijfers voor de totale sterfte, be
rekend op 1000 inwoners:
i f
i i i
13.29 16.39 15.24 14.13 11.4* 11.67
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
Totale sterfte.
's-Gravenhage.
Het Kijk
Maanden.
Juli. Aug. [Sept.
Oct. Nov.
Dec.
1917
8.90
1918
10.51
8.94 7.31
J
7.88| 8.84 11.64 11.25[13.12
12.191 8.25 12.02 27.13 19.19 13.3s|17.06
r- 53
1909. 1910. 1911. 1912. 1913. 1914. 1915.11916. 1917. 1918.
[12.54[12.29 12.53[10.75 10.98110.71 [11.10 11.06 11.25 13.35
13.70 13.55 14.50 12.3042.30'12.39 12.45’ 12.09,13.12' 17.06
9.52j 9.31
Jan. Fbr. Mrt. j Apr.Mei. Juni.
13.19 12.73 13.21 13.31
I I
De cijfers omtrent ’s-Gravenhage betreffen van 1910 t/m 1915
de z.g.n. „toevallige” geboorte en sterfte, d.w.z. alle geboorte en sterfte
te 's-Gravenhage voorgekomen, ook die uit de „niet-werkeljjke” be
volking, dus in 1914 en 1915 zijn daaronder ook de vreemdelingen
begrepen. Voor 1916, 1917 en 1918 hebben de cijfers uitsluitend betrek
king op de „werkelijke” bevolking. De cijfers omtrent het Rijk hebben
reeds van 1915 af alleen op de „werkelijke” bevolking betrekking.