38A 10 Personeel. Namens het Bestuur: (w.g.) Dr. Rüijsch, Voorzitter. (w.g.) A. M. Douwes Dekker, Secretaresse. Het totaal aantal baden aan gewone bezoekers was van 1 Juli31 December 20.276; in hetzelfde tydvak beliep dit aan de Hemsterhuisstraat 22.050; het badhuis aan de Noor- derbeekdwarsstraat blijkt dus evenzeer in dringend behoefte aan badgelegenheid te voorzien. De ligging er van brengt mede dat onder de bezoekers slechts zeer weinigen zijn die tot de geheel onbemiddelden behooren. De exploitatie van dit badhuis leverde een nadeelig saldo van f 3.412,19s; waaronder ook de kosten van verwarming van de school aan de Rêaumurstraat begrepen zijn (plm. f 240. -). Ook dit jaar vervulde het personeel zijn taak met ijver en toewijding. Met ingang van 17 Juni 1918 werd de badmeester H. J. Soutendijk, werkzaam aan het badhuis aan de Zuid-West- Buitensingel als zoodanig benoemd aan het nieuw te openen badhuis aan de Noorderbeekdwarsstraat. Aan de Zuid-West- Buitensingel werd met ingang van 10 Juni 1918 als bad meester aangesteld D. F. de Munnik. In verband met de in werkingtreding van de arbeids voorwaarden voor het personeel, werden de echtgenooten der badmeesters aangesteld tot badvrouwen; welke betrek king zij tot dusverre vervulden zonder aanstelling. Mede werd in verband hiermede den opzichter van de Wasch- en Badinrichting aan de Riviervischmarkt de titel van bad meester verleend. Om te voorzien in de waarneming van de betrekking van badmeester of badvrouw by ontstentenis door ziekte of verlof van een dezer beambten werden benoemd tot reserve-bad- meester H. Witmus, en tot reserve-badvrouw Mej. J. A. de Munnik, geb. Chrispyn. By besluit van Burgemeester en Wethouders van 4 Juni 1918 n°. 13439/17 Afd. A, werden goedgekeurd de door het Bestuur aangeboden „Arbeidsvoorwaarden voor het personeel „werkzaam in de gemeentelijke badinrichtingen in bedrijf en beheer, bij de vereeniging „Volksbad” te ’s-Gravenhage”. verslag vereeniging volksbad.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1564