Byiage 52
VERSLAG van den toestand der Academie van
Beeldende Kunsten te s-Gravenhage over
1917—1919.
De Raad van Bestuur was op 31 December 1918 samen
gesteld als volgt: Prof. Ir. J. A. G. van der Steur, Voorzitter;
H. J. van der Weele,. Onder-Voorzitter; C. W. Lunsingh
Scheurleer, Penningmeester; Jhr. Mr. W. Th. Gevers Deynoot
(door den Gemeenteraad aangewezen); Prof Dr. Ir. H. S.
Hallo; N. H. Klaassen, J. C. K. Klinkenberg, H. P. Mutters;
Joh. Mutters Jr.P. A. J. Baron de Smeth van Alphen;
P. A. Haaxman Jr., Secretaris (Schuytstraat 114).
Het jaar 1918 kenmerkte zich door onafgebroken voort
durende werkzaamheid aan de plannen van reorganisatie
der Academie overeenkomstig de grondslagen door den
directeur, den heer P. Doorn, in zijne rapporten voorgedragen,
welke door den Raad van Bestuur waren goedgekeurd.
Ten deele konden de plannen reeds in maatregelen worden
omgezet en voor de overige onderdeden werden voorberei
dingen getroffen, die naar men mag verwachten, spoedig tot
voltooiing van den geheelen uitbouw zullen leiden.
Intusschen zullen de plannen eerst dan ten volle ver
wezenlijkt kunnen worden, wanneer in de dringende behoefte
aan ruimere lokaliteit zal zijn voorzien.
Aan de opdracht van den Raad van Bestuur om dit
rapport voor de reorganisatie van het onderwjjs in details
uit te werken en voor alle cursussen leerplannen samen te
stellen, heeft de Directeur voldaan. Na door den Raad te
zijn goedgekeurd, mochten die voorstellen ook instemming
vinden by het Rijk.
De in het reorganisatieplan begrepen overgang van het
Lager Technisch Onderwijs dat in een avondcursus wordt
gegeven, naar de Ambachtsschool, ondervond vertraging door
het gebrek aan lokaliteit in laatstgemelde school, zoodat het
uitzicht dat die overgang in October met den aanvang van
den nieuwen cursus verwezenlijkt zou worden, niet in ver
vulling kon komen.