52 5 VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. avondlessen Leermiddelen en lokalen. Het aantal leermiddelen werd uitgebreid met een z.g. filmapparaat voor de lithografie, door den leeraar zeer op prys gesteld, daar hij hierdoor in staat werd gesteld, zijn leerlingen nog meer dan tot dusver, gereed te maken voor de inrichtingen in de practijk, waar zij na afloop van den cursus zouden moeten werkenvoor het decoratief schilderen, door het aanschaffen van de benoodigde droge verfstoffen, olie, enz., die vroeger voor rekening van de leerlingen kwamen. Ook de materialen, benoodigd voor de kennismaking door den leerling met de verschillende technieken, werden door de Academie verstrekt. Het aantal modellen, benoodigd voor het handteekenen, bleek voor uitbreiding vatbaar te zijn, wilde door het nateekenen en zien van steeds weer dezelfde pleistermodellen, het’ onderwijs niet vervelend voor den leerling worden. De lokalen lieten, vooral wat betrof die voor decoratief schilderen en decoratief teekenen aan de le klasse, veel te wenschen over. Ingeschreven werden met September 1918, 7 leerlingen voor de lithografie, 2 voor artistieke metaalbewerking, 7 voor decoratief schilderen. Voor het boetseeren werd geen leerling ingeschreven, terwijl de aanwezige leerlingen hunne studie niet voortzetten. Teneinde voortdurend meer de aandacht aan de practische zijden van de vakken te kunnen wijden, werd besloten de theorie-lessen en de lessen in het handteekenen naar den avondcursus te verplaatsen en de daardoor vrijgekomen tijd te besteden aan de practijk, zoodat met den aanvang van den cursus de verdeeling der lessen was als volgt: 2 dagen der weekdecoratief teekenen I 3’/2 dagen der week: practijk; dagiessen 2 avonden handteekenen; 1 avond projectie en perspectief (voor de le kl.); 1 avond anatomie (voor de meergevorderde leerlingen van den cursus lithografie en decoratief schilderen) 2 avonden boetseeren (voor de leerlingen van den cursus art. metaalbewerking). De lessen in decoratief teekenen werden, behalve door leerlingen, nog gevolgd door 5 vrouwelijke hospitanten. Voor het decoratief teekenen werden de leerlingen gesplitst in 2 klassen, aangezien het gezamenlijk getal van leerlingen en hospitanten 35 telde.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1736