52 A 17 VERSLAG MUSEUM VAN KUNSTNIJVERHEID. Maart 1919. 7-1 De Directeur, H. E. VAN GELDER. Maatregelen in het belang van het Museum. De allereerste behoefte van het Museum is méér ruimte. De verzamelingen groeien steeds aan, terwijl het overvullen der ruimte met de eischen van goede tentoonstelling niet is overeen te brengen. Het is te vreezen, dat belangrijke geschenken of bruikleenen ons zullen ontgaan, indien de toestand van het oogenblik al te lang bevestigd wordt. Een tweede euvel is het gebrek aan voldoende eredieten. De zich voor eenigejaren opnieuw krachtig ingezet hebbende stijging van de prijzen van waarlijk goede en belangrijke voorwerpen van onze kunstnijverheid, maakt het steeds moeilijker om met de geringe beschikbare som toe te komen. Vergeleken by 15 jaar geleden zijn de prijzen meer dan vervierdubbeld, vergeleken bij die van 5 jaar geleden meer dan verdubbeld. Men moest dan ook van verschillende gewenschte aankoopen afzien. Eene verhooging van het subsidie voor aankoopen is dan ook alleszins gewenscht en gewettigd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 1746