53
17
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
2
Vijzelstraat 121, zulks tengevolge van liet vertrek van den
heer J. W. van Bellen, die benoemd werd tot hoofd der
openbare burgerschool aan de Dibbetsstraat 75.
Bij liet bijzonder onderwijs was op den len Januari 1919
geen enkele hoofden-vacature onvervuld.
Met betrekking tot de verwisselingen van het overige
personeel wordt verwezen naar de Algemeene Tabel
(Letter Dl.
Over de wijze, waarop de leden van het onderwijzend
personeel hunne taak vervullen, oordeelen de hoofden over
het algemeen gunstig. In het antwoord op de desbetref
fende vraag in het verslag komt meermalen voor, dat het
personeel zijn taak „op lofwaardige wijze”, „met toewij
ding”, „op uitmuntende wijze” vervult.
Naast dezen lof worden ook enkele klachten geuit.
Het hoofd der openbare lagere school aan de Ammunitie-
haven 10 bericht: „Het personeel vervulde, ieder naar zijn
krachten, zijn taak; of in bepaalde gevallen steeds alle
krachten zijn ingespannen, zal een open vraag kunnen blij
ven, als men in aanmerking neemt, dat soms 10 of 11 leer
lingen in een klas moesten blijven zitten.”
In het verslag van het hoofd der openbare lagere school
aan de Lepelstraat 6 komt voor: „Het meerendeel van het
personeel werkt met veel ijver en toewijding. Enkelen be
palen hun werkzaamheden tot het strikt noodzakelijke.”
Het hoofd der openbare lagere school aan de Hoefkade 99
deelt mede, dat zijn oordeel over de wijze, waarop de leden
van het personeel hun taak vervullen, niet ongunstig is,
„hoewel er veel is, dat ik anders zou wenschen.”
Het hoofd der openbare lagere school aan den Westduin-
'veg 127 schrijft: „Het personeel werkt met grooten ijver en
"are plichtsbetrachting. Slechts één onderwijzeres had
soms behoefte aan controle. De onderlinge geest en de
samenwerking laten niets te wenschen over. De verhouding
is hartelijk.”
Het oordeel van het hoofd der openbare lagere school
aan de Zwetstraat 22 luidt: „Over het geheel gunstig; maar
vooral ten aanzien van de algemeene schoolorde zon de
i t