53
90
’s-Gravenhage, 5/8 Febr. 1918.
'i
eigenlijk behoort. De dames, die deze school bezochten, heb
ben reeds pogingen gedaan zich met het Bestuur dier school
in verbinding te stellen om te trachten in dezen toestand
verbetering te brengen. Van een meisjesschool wordt ge
meld, dat de resultaten van het handwerkonderwijs er be
droevend slecht zijn!
Uit onderstaande briefwisseling blijkt, welke onderwerpen
in het jaar 1918 aanleiding gaven tot gedachtenwisseling
tusschen het Gemeentebestuur en de Sub-Commissie voor
het Handwerkonderwijs.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat ons van verschil
lende zijden bezwaren zijn kenbaar gemaakt tegen enkele
punten van het op 1 April a.s. in te voeren gewijzigde
leerplan voor het Onderwijs in nuttige handwerken voor
meisjes.
Deze bezwaren gelden in hoofdzaak:
eerste leerjaar handwerken: het breien van hielen, teenen
en hiel stukjes;
derde leerjaar handwerken: het merken van eenige naam
cijfers op gaas of grof linnen, b.v. A,B
vierde leerjaar handwerken: het doorstoppen van linnen-
weefsel
zesde leerjaar handwerken: het inbreien van stukken in
geribd breiwerk.
Voorts zou de in het leerplan genoemde modeldoos, zooals
deze aanvankelijk is samengesteld, modellen bevatten, wel
ker afmetingen minder praktisch zouden zijn.
Met name zou het voorschrift, dat de afmetingen van de
modellen moeten worden gevolgd, aanleiding zijn, dat de
in de lessen vervaardigde stukken veelal voor de meisjes,
die ze vervaardigen, of voor de leden van hare gezinnen,
onbruikbaar zijn.
Het zal ons aangenaam zijn, indien Uwe Sub-Commissie
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
Ag. N°. 3912/55, Afd. O.
Bericht betreffende: leer
plan handwerkonderwijs.