53
93
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
De modeldoos.
Algemeen was men van gevoelen, dat de modeldoos in
overeenstemming gebracht behoort te worden met het leer
plan, zooals dit zal worden vastgesteld.
Namens de Sub-Commissie voor het handwerk-
onderwijs:
(w.g.) A. M. Mirandolle, Presidente.
W. M. G. de Monté ver Loren-Willeumier,
Secretaresse.
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage.
wordt, totdat het geheel versleten is. Ook oordeelde deze
minderheid, dat de tijd aan de handwerken besteed te kort
is voor het vervaardigen van groote kleedingstukken, vooral
wanneer het handwerkonderwijs eerst bij het tweede leer
jaar der school begint. Eén lid wenschte het vervaardigen
van een schort naar maat, zooals op sommige scholen voor
komt, behouden te zien, omdat dit kleedingstuk door de
leerlingen gedragen kan worden.
Mazen.
3e leerjaar. Hier wenschte de sub-Commissie het over
mazen van recht breiwerk ingevoegd te zien als voor
oefening voor het doorstoppen in breiwerk en omdat de
leerlingen haars inziens niet in staat zijn het aanmazen in
het 4e leerjaar te leeren, indien zij niet eenige oefening in
het overmazen verkregen hebben.
Linnen stoppen.
Enkele leden vonden, dat op het leerplan teveel linnen
stoppen voorkomt, aangezien dit teveel tijd eischt in ver
houding tot het stoppen in breiwerk en omdat in de prak
tijk alleen de eenvoudige stoppen toegepast worden.
Algemeene opmerkingen.
Enkele leden zouden ter verduidelijking den aanhef van
den 2en zin: „De te gebruiken modellen” als volgt gewijzigd
willen zien: „De op de scholen te vervaardigen proeven en
voorwerpen.”