53
139
VERSLAG LAGER ONDERWIJS
geen niet in het voordeel kan zijn van de werkzaamheid
der Commissie, die een zekere continuïteit bepaald ver-
eischt, waar de werkzaamheid der leden vooral bij jaren
lang voortgezet schoolbezoek vruchtdragend begint te
worden.
Ons oordeel over de beschouwingen van Burgemeester
en Wethouders is mitsdien, dat de concrete wijzigingen,
welke zij aanbevelen, moeten ontraden worden als ondien
stig voor de richtige samenstelling der Commissie en
daarom ongewenscht voor het onderwijs.
Wanneer zij, daartoe genoopt door de beschouwingen
van Burgemeester en Wethouders, zich van de praktijk der
benoemingen van leden onzer Commissie nauwkeurig
rekenschap geeft, dan komt onze Commissie tot de con
clusie, dat de volgende verbeteringen zouden kunnen wor
den ingevoerd, waartoe haars inziens geen wijziging der
Verordening zoude noodig zijn.
Vooreerst zou door de Commissie eene sub-Commissie
ad hoe kunnen worden benoemd (hiertoe is reeds in begin
sel besloten), die tot taak had, zich met een onderzoek naar
de zich beschikbaar stellende candidaten voor het lidmaat
schap der Commissie te belasten en hierover aan de Com
missie rapport uit te brengen.
Vervolgens zou iedere aanbeveling van toelichtende bij
zonderheden kunnen vergezeld gaan, zooals hierboven
reeds werd ontwikkeld.
En ten slotte zou, beter dan thans geschiedt, aan den
Baad een werkelijk dubbeltal voor elke vacature kunnen
aangeboden worden. Immers thans worden voor gelijk
tijdige vacaturen de dubbeltallen zóó gesteld, dat voor
iedere volgende vacature als nummer één wordt aanbe
volen degene, die bij de voorafgaande nominatie wordt
aanbevolen als nummer twee.
In deze drie opzichten zouden gewensehte verbeteringen
kunnen worden ingevoerd.