58 2 VERSLAG GEM. CURSUS BEWAARSCHOLEN. Bij den aanvang van het nieuwe cursusjaar der Afd. B op 1 October werden 11 leerlingen der le klasse bevorderd naar de 2e klasse; 15 leerlingen der 4e klasse A, die in Juli de Akte A verkregen hadden, gingen toen over naar de le klasse B, terwijl één onderwijzeres eener bijzondere school, in het bezit eener Akte, die met de Akte A der Gemengde Examencommissie is gelijk gesteld, eveneens tot de le klasse B werd toegelaten. Op 1 December 1918 bedroeg derhalve het aantal leer lingen: in de Afd. A: Voorbereidende klasse 14; le klasse 13; 2e klasse 16; 3e klasse 12; en 4e klasse 19; totaal 74; in de Afd B: le klasse 18; 2e klasse 14; totaal 32; alge meen totaal 106 leerlingen. Opnieuw is dus het aantal leerlingen met 20 verminderd; eensdeels is dit veroorzaakt door dat slecht 13 nieuwe leerlingen in de Voorbereidende klasse konden worden geplaatst; anderdeels door dat, vooral uit de Afd. A een betrekkelijk groot aantal leerlingen een anderen werkkring zochten, omdat zij de vooruitzichten bij het Fröbelonderwijs te dezer stede, waar tot heden zeer weinig kans is op een vaste aanstelling als onderwijzeres, onvoldoende achten. Dat in de laatste twee jaren het aantal leerlingen van den Cursus niet onbelangrijk is verminderd, is niet geheel zonder be denking. Wel is er ruime keuze van onderwijzeressen, maar het aantal kweekelingen neemt geregeld af, en daar aan verschillende kweekelingen met of zonder Akte in vasten dienst voor langen of korter tijd verlof wordt verleend om tijdelijk een betrekking op een kantoor te aanvaarden in afwachting van een definitieve aanstelling aldaar, zal op den duur het aantal kweekelingen voor elke school niet beschikbaar zijn. De in uitzicht gestelde verbetering der salarissen bjj het Fröbelonderwijs is niet alleen voldoende om daarin verandering te brengen; evenzeer is noodig, dat de gelegenheid, om na afloop van den studietijd een be- hoorlijke plaatsing te vinden, grooter wordt. Het is daarom te hopen, dat spoedig in de tijdsomstandigheden een zoo gunstige wending moge komen, dat tot den bouw van nieuwe bewaarscholen, waaraan behoefte is, kan worden overgegaan. Dan is te verwachten, dat het vertrek van goede leerlingen tusschentijds want het zijn vaak goede krachten, die weggaan hetwelk vroeger zeer gering was, weer zal verminderen en tevens, dat zich een grooter aantal candidaten, ook voor hoogere klassen, zal aanmelden. In het onderwijzend personeel kwamen de volgende ver anderingen: Mej. E. M. Spaan, tijdelijk onderwijzeres in aardrijkskunde en Geschiedenis, vroeg en verkreeg met ingang van 16 Januari 1918 eervol ontslag: de taak aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 2141