Bijlage 59
en J. W. de Jongh te
de examens voor de Akten
en Hoofdonderwijzeres aan
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders van
Rotterdam, s-Gravenhage en Arnhem.
VERSLAG van de examens voor de Akten van
Onderwijzeres en Hoofdonderwijzeres aan een
Bewaarschool, afgenomen in het jaar 1918, door
de Gemengde Commissie voor Bewaarschool-
akte-examensvoor de gemeenten Rotterdam,
’s-Gravenhage en Arnhem.
De Gemengde Commissie voor Bewaarschool-akte-examens
heeft de eer U hierbij aan te bieden het verslag van de
examens voor de akten van Onderwijzeres en Hoofdonder
wijzeres (akten A en B), gehouden in Juli en October 1918.
Samengesteld overeenkomstig art. 2 der Verordening op
deze examens, bestond de Commissie uit:
a Mej. P. M. Coté en Mej. B. Bruyninghuys;
b. Mej. A. Kimmijser en de Heeren R. J. Geldof en
J. Pouwer;
c. Mej. J. M. M. Berkemeier en de Heeren H. J. Hjjman
en P. J. Fehmers, allen te Rotterdam.
a. Mej. G. M. H. Dieben, te ’s-Gravenhage;
b. Mej, S. B. M. Crombet, de Heeren C. W. Valken en
J. M- Prins, te ’s-Gravenhage; den Heer J. van de Sandt,
te Arnhem;
c. de Heeren A. J. P. de Beste
’s-Gravenhage.
Tot plaatsvervangende leden waren benoemd:
a. Mej. H. van Krugten, te Arnhem;
b. de Heeren W. J. Roodenburg en L. G. van Randwijk,
te Rotterdamde Heer F. Eterman, te ’s-Gravenhage
c. de Heer G. B. Lalleman, te Rotterdam; de Heeren
J. Velthuisen en W. H. Waanders, te ’s-Gravenhage.
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam hadden de
Heeren H. J. Hijman en J. Pouwer respectievelijk benoemd
tot Voorzitter en Secretaris der Commissie.
De Sub-Commissiën voor de akte A werden samengesteld
als volgt:
Sub-Commissie A. Taalopstel: de Heeren Valken, Pouwer
en Van Randwijk.