59 13 SPELEN. Op verzoek der Sub-Commissie legden <Je candidaten een lijstje over met vijf namen van gebonden en evenveel van halfgebonden spelen. Nadat uit elk vijftal een keuze was gedaan, werd den candidaten opgedragen deze spelen aan te leeren. Hierbij werd gezegd, dat de spelen niet af behoefden te zijn en dat verschillende hulpmiddelen haar ten dienste stonden. Voor het eerste spel werd 20, voor het tweede 10 minuten gegeven. Bij de beoordeeling werd voornamelijk gelet op: leertoon, opstelling der klasse, verklaring van het spel, wijze van aanleeren en uitvoering. De toon van enkele candidaten was zeer beschaafd, op gewekt en uitnoodigend tot meedoenvan vele wel vrién delijk en natuurlijk, doch minder krachtig aansprekend van andere echter met zoo weinig nadruk en kleur, dat veel van het gesprokene niet tot de leerlingen doordrong. Het raeerendeel der candidaten zorgde voor een goede opstelling der klasse in rijen of een kring en gebruikte de beschikbare ruimte; sommigen deden dit zelfs op een vlugge, prettige manier; deze candidaten trachtten ook gedurende het spel de zoo noodige ruimte van beweging voor eiken leerling te handhaven. Van verscheidene candidaten moet echter gezegd worden, dat zij de kinderen te dicht bij elkander plaatsen; de afstand tusschen de rijen, in verband met het spel, was te klein of de kring zeer slordig. De verklaring van den inhoud van het spel was bij vele can didaten zeer goed. Zij bespraken eerst de werkzaamheden, die in het spel voorkwamen en lieten deze daarna door de kinderen uitvoeren. Zij stelden juiste vragen en spoorden aan tot het weergeven van houding en handeling. Daarna zongen zij een couplet voor, terwijl zij tevens de hande lingen, die daarin voorkwamen, uitvoerden en lieten het daarna door de kinderen doen. Andere candidaten echter poogden wel bij de bespreking de leeringen op te wekken tot zelfwerkzaamheid door hen te laten weergeven, in woorden en bewegingen, al wat zij omtrent het onderwerp wisten; maar de weinige beslistheid in haar optreden was dikwijls oorzaak van weinig succes. Bij het aanleeren van het spel deden de meeste candidaten de bewegingen flink en krachtig voor en eischten, dat die evenzoo door de kinderen werden verricht. Sommige can didaten evenwel waren dadelijk tevreden, als de kinderen de bewegingen eenigszins nabootsten en letten er niet op, of de uitvoering correct was. VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 2156