59 18 NEDERLANDSCHE TAAL. Hier volgen enkele vragen, als voorbeeld: Gelezen werd: „In het Gooi” van Potgieter. (Oud en Nieuw I bl. 370). In welk deel van ons land brengt de schrijver ons met onze gedachte? Vertel eens met eigen woorden, wat hy er van zegt. Wat beteekent de eerste zin? „Aan onzen voet”, waar bevindt zich dus de schrijver? Wat is de duinvoet, duintop, helling? Waarom „vreedzame” tooneelen? Verklaar den tweeden zin. Waarom zegt Potgieter: „tusschen twee zeeën in had ik bijna gezegd?” Welke zeeën bedoelt hy? Verklaar de figuurlijke beteekenis van „boeien”. Wat be teekent: een beeld van de loopbaan der eerzucht Waarom staat achter eerzucht een dubbele punt? Wat is een woes tijn, een oase? Vergelijk: woestijn en woestenij. Welke kenmerken geeft de schrijver van de Geldersche natuur? Wat bedoelt hij met: de kameelen dier woestenijWaarom Wat beteekent: Utrechts Dom schijnt in het verschiet slechts een gedenkteeken van vervallen grootheid? Verklaar eens nader den zinZoete rust ademt dit landschapstoffeer het mij enz. Wat is een schouw? Kent u een andere be- teekenissen van dit woord? Waarom wil de schrijver niet, dat de blinkende zomerzon den nevel, die de hoofdstad om hult, zal optrekken? Wat beteekent: omhullen, onthullen, enz. De candidate had opgegeven, als boeken, waarover zy wenschte te spreken: De Jonge Dominee, De Delftsehe Wonderdokter, Armoede, Vorstengunst, Majesteit, De Bruids tijd van Annie Boogh: verschillende gedichten van Staring, Beets en de Genestet. De Jonge Dominee: Wat soort van roman is dat? Waarom? Wat is een roman? Noem eens andere soorten van romans met voorbeelden. Vertel een en ander van het karakter der hoofdpersonen uit het boek. Vertel eens enkele hoofdmo menten uit: Vorstengunst, De Bruidstijd van Annie de Boogh. Welke soorten van gedichten heeft Staring geschreven? Welke hoofdvormen van de poëzie kent U? Wat verstaat U door lyrische poëzie? Vertel den inhoud van St. Nicolaas- avond; Marco enz. 26 candidaten hebben een opstel gemaakt over: „Een prettige thuiskomst”; 18 kozen: „Het ledigen van den spaarpot”; 7 gaven de voorkeur aan: „De tramconducteur” en 6 aan: „Een bezoek aan een tentoonstelling”. Wel was het werk van nagenoeg alle candidaten vol doende of ruim voldoende, slechts driemaal werd een VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 2161