59 I I 20 VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENg. TEEKENEN. dat het aantal candidaten, die aan het model of aan de skeletdeelen niet konden aanwijzen, wat ter sprake kwam, kleiner was dan het vorige jaar. Meer dan het vorige jaar gaven de eandidaten blijk van eenig inzicht en nadenken. De nauwkeurigheid van uitdruk king liet echter by velen nogal wat te weusehen over. Uit de opgegeven onderwerpen voor het teekenen op papier is het eerste 5 maal, het tweede 34 maal en het derde 18 maal gekozen. Dit onderdeel van het examen in teekenen, dat voor het meerendeel bevredigend was aan 34 can didaten werd voor het geleverde werk 6 of een hooger cijfer toegekend, aan 22 vyf of minder geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen. Nog steeds zijn er candidaten, die de kunst niet verstaan, een kindergezicht tamelijk juist te teekenen. Ook schijnen vele candidaten geen goed begrip te hebben van de verhoudingen van de lichaamsdeelen de armen zijn meestal t« kort geteekend, het bovenlijf te lang, wat bij een andere dan een staande houding sterker in het oog springt. Vaak was van de omgeving weinig werk gemaaktop sommige teekeningen ontbrak die geheel. Veelal gaven de candidaten blijk zich meer in het byzonder op het teekenen op het bord te hebben toegelegd, dit tee kenen was over het algemeen goed, van sommige candidaten zelfs mooi. Vaak kon het cyfer, voor het teekenen op papier toegekend, tengevolge van de teekening op het bord ver-, hoogd worden. Toch geeft ook dit teekenen de Commissie aanleiding tot enkele raadgevingen voor a.s. candidaten, n.l. deze, dat zij zich bij het op ’t bord teekenen vooral dienen te oefenen in het schetsen van flinke figuren, zoodat deze op vrij grooten afstand duidelijk kunnen waargenomen worden. Ook moet er opnieuw de nadruk op gelegd worden, dat de candidaten zich vooral moeten oefenen in het schetsen van enkele dieren, als b.v. vogels, hond en kat. Wat de verhoudingen aangaat, ook by het op ’t bord teekenen werden dezelfde fouten gemaakt als bij het teeke nen op het papier. Als onder werpen voor het bord werden gegeven: gieten, kippen of eenden voederen, met de pop spelen, stokpaardje rijden, touwtje springen, boomklimmen, lezen, knikkeren, stof afnemen, in den regen, vegen, bellen blazen, zus breit, ysvermaak, hengelen, bloemen plukken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 2163