59 23 FRÖBELLEER. Bij dit onderdeel van het examen bleek, dat de meeste eandidaten wisten te zeggen, met welk doel Fröbel de ver schillende leermiddelen gegeven heeftdoch zij schoten nog al eens te kort, wanneer zij bij de beschrijving van een of andere les moesten aantoonen, dat zij de bedoeling van Fröbel begrepen hadden. Het verband tnsschen de leermiddelen onderling kenden byna alle eandidaten; echter wisten zij niet allen duidelijk aan te toonen de opklimming in moeilijkheid in de Fröbel- methode. Het aantal eandidaten, die van het nieuwe op het gebied der Fröbelleermiddelen alleen gehoord hebben, neemt af; er komen er meer, die ook het nieuwe gezien hebben. Ook de kennis van de Montessori-leermiddelen was voor uitgegaan. Hier volgen eenige vragen Aan welke eischen van den kinderleeftijd voldoen de Fröbelgaven Vertel iets van den invloed van Fröbel op de Bewaarschool. In welk verband staat het vouwen tot de overige Fröbel leermiddelen Voor welke moeilykheden staat het kind, wanneer het met de 2e gave gaat werken? Op welke verschillende manieren kunt ge een bouwles inrichten Welke bouwdoozen kent ge, behalve de bouwdoozen van Fröbel? Welke Montessori-leermiddelen kent ge? Hoe kan het taalgevoel ontwikkeld worden door bezig heid met de Fröbelgaven? Waarom noemde Fröbel zijn inrichting Kindertuin”? Wat bewaarschool. Het voltooien van het der kinderen door kweekelingen én te stellen. Leertoon, leergang en leervorm; eischen. Alge- meene en bijzondere methodiek. Het vormen van voorstel lingen en begrippen. Logische en ervaringsbegrippen. Waarom heeft de bewaarschool een eigen paedagogiek, in vele op zichten verschillend van die der lagere school? Regeering en tucht; doel en verschil. Kindergebreken, kinderdeugden. Klassicaal onderwijs. Voor en nadeelen van het wisselsysteem. Classificatie en de beginselen, waarop die moet steunen. Het voorbeeld van ouders en makkers. Zelfwerkzaamheid. Verbalisme in de onafgemaakte werk onderwi j zeressen VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 2166