62
I
s
2
VERSLAG GEMEENTELIJK EX SCHOOLARTSENDIENST.
Doel en middelen.
tijdelijk aan den dienst verbonden voor het bewerken der
statistische gegevens. Daar er bleek dat deze gegevens zeer
bewerkelijk waren, werd ook mejuffrouw A. Voorhoeve
hiertoe te werk gesteld, indien hare verdere bezigheden dit
toelieten.
Nog steeds zijn beide laatst genoemde personen in functie.
Werkwijze.
Deze bleef ongewijzigd maar zal in den loop van den
nieuwen cursus zonder twijfel min of meer gewijzigd
worden.
Steeds heeft ons instituut te kampen gehad met het groo-
te bezwaar dat tal van kinderen, na ingewonnen advies van
den Schoolarts, verder weer door de ouders aan hun lot
werden overgelaten. Zonder eenigen twijfel is dit voor een
deel aan onwilligheid te wijten geweest. Het was ons tot nu
toe onmogelijk in al deze gevallen controle uit te oefenen.
De aanwinst van twee schoolzusters zal hierin een grondige
verandering brengen. Thans zal het gebrekkige of zwakke
Hoe langer hoe meer breidt zich de werkzaamheid van
den Schoolartsendienst uit.
Kon mijn vorig verslag gewagen van de toetreding van
verschillende R.-K. scholen tot ons instituut, wij kunnen
thans met voldoening het feit constateeren dat alle R.-K.
scholen der Gemeente, op een enkele uitzondering na, dit
flinke voorbeeld zijn gevolgd. In den loop van 1918 sloten
zich het Genootschap van opvoeding te Roosendaal, het
Fonds van Liefdadigheid en de Stichting van het H. Hart
te Bennebroek met de onder haar toezicht staande scholen
aan de Brouwersgracht 28, aan de Tasmanstraat 137, de
school van het gesticht Sehiefbaan Hovius en de school aan
de Beeklaan 184 bij het Schoolartseninstituut aan. Aan het
einde van het jaar 1918 traden nog de R.-K. scholen aan de
Brandstraat 87 en de Beijerstraat 76 toe. Zoo zie ik vol ver
trouwen ook het oogenblik tegemoet waarop de overige
bijzondere scholen zich tot ons zullen wenden met verzoek
tot aansluiting. En ik acht dat oogenblik zelfs nader dan
menigeen zou denken.
Dat deze aansluiting van zoovele scholen een beduidende
uitbreiding van het werk van de Schoolartsen na zich zou
slepen, was te voorzien en de Raad der Gemeente keurde
dan ook in zijn zitting’ van 15 November 1918 het voorstel
van B. en W., over te gaan tot de benoeming van. een der
den Schoolarts, goed.