62 r •1 VERSLAG GEMEENTELIJKEN SCHOOLARTSENDIENST. heb ik gedurende de maand Mei mij moeten beroepen op de hulpvaardigheid van verschillende schoolhoofden, onder wijzeressen en onderwijzers. Ik breng hierbij gaarne een woord van dank voor de vriendelijke wijze waarop mij van alle zijden de behulpzame hand werd geboden bij dit onderzoek. Twintig duizend kaarten werden rondgezonden aan de hoofden van scholen. Elke kaart bevatte gegevens omtrent den naam, voor naam, geslacht etc. van den leerling, die onderzocht werd. Van elk kind werden lengte en gewicht bepaald benevens de omvang van de borstkas bij diepste inspiratie en expi ratie. Daarenboven werd van elk kind de algemeene lichaamstoestand nagegaan en deze toestand getaxeerd door een cijfer loopend van 1 tot 3. De kaarten bevatten bo vendien gegevens over de schoolvoeding in den winter 1917 ’18 en den zomer 1918, terwijl ten slotte de financieele toestand van het gezin min of meer getypeerd wordt door opgave van ontheffing van schoolgelden of vermindering van schoolgelden gedurende de crisisjaren. Niet alle uitgezonden kaarten kwamen tot hun recht. Het absenten-aantal onder de schoolgaande jeugd had een on gekende hoogte bereikt gedurende dit onderzoek. Was eenerzijds al het aantal spijbelaars, tengevolge der mobili- satiejaren, op sommige scholen aanmerkelijk grooter dan vóór den wereldoorlog, de hoofdschuld lag bij het distri butiestelsel van levensmiddelen, waardoor tal van kinderen de school verzuimden terwille van het gezin. Het absenten getal bereikte soms een hoogte van meer dan 20 pCt. Toch werden, alles bijeen, 16.417 kinderen onderzocht, een aantal, grooter dan ooit in ons land of in het buitenland, voor een dergelijk onderzoek beschikbaar was. De resulta ten hoop ik in den loop van het jaar 1919 ter kennis van het Gemeentebestuur te brengen. Na het einde der Zomervacantie kon de gewone dienst weer hervat worden. De eerste griepepidemie had geen ernstige belemmering ten gevolge gehad, doch de tweede epidemie heeft aan den dienst veel last veroorzaakt. Werden eerst eenige klassen gesloten, aan de Burgerschool aan de Galvanistraat 43. er volgden al spoedig heele scholen. Dag op dag groeide dit aantal tot dat ten slotte B. en W. in overeenstemming met het advies van den Directeur van den Gemeentelijken Schoolartsendienst en van den Gemeentelijken Geneeskun digen Dienst, besloten alle inrichtingen van openbaar on derwijs te sluiten. Dit besluit ging in op 1 November, voorloopig tot 11 No-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 2193