62
I
U
10
VERSLAG GEMEENTELIJKEN SCHOOLARTSENDIENST.
Buitengewone School voor Lager Onderwijs.
Behalve de Spaansche griep kwamen onder de leerlingen
van deze scholen besmettelijke ziekten niet dan sporadisch
voor: enkele gevallen van roodvonk en diphterie. Een
kind overleed aan croup.
Bij de nieuw opgenomen leerlingen werden niet zooveel
tuberculose aandoeningen gevonden als in vorige jaren. De
ziekten, welke in de school werden behandeld waren: bloed
armoede, algemeene lichaamszwakte, verschillende verwon
dingen, huidziekten (eczemen, eczema marginatum, ecthy
ma) ziekten van het behaarde hoofd (waaronder 5 gevallen
van favus) conjunctivitides, pediculosis, ingewandswormen,
enuresis nocturna. Pediculi tierden het weligst te Scheve-
ningen, dikwijls gevolgd door hoofdeczemen.
Niettegenstaande alle daartoe aangewende pogingen wei
gerden de ouders van een keratitis lijdenden Schevening-
schen jongen, op godsdienstige gronden, dien te laten be
handelen. Eindelijk toen het proces zoover was voortge
schreden, dat het kind door pijn de oogen niet meer kon
openhouden, werd mijn raad, hulp van een oogarts in te
roepen, opgevolgd.
Een jongen leed aan dystrophia adiposo-genitalis; hij
werd daar chirurgisch ingrijpen werd geweigerd, in een
inrichting voor blinden opgenomen.
Het aantal afgegeven recepten bedroeg ruim 2500; de
meeste geneesmiddelen werden geleverd door de Gemeente-
apotheek.
Medisch-paedagogisch werden vele aspiranten voor deze
scholen onderzocht; wegens onvoldoende plaatsruimte kon
den nog niet allen geholpen worden.
Zooals ik reeds vroeger heb vermeld, is achterlijkheid
doorgaans te wijten aan ineningo-encephalitische processen,
welke vóór de geboorte of in de eerste levensjaren optra
den. Alcoholisme, tuberculose of armoede van de ouders
oefenen slechts dan invloed uit, wanneer ondervoeding als
gevolg daarvan optreedt en ook het hiemplasma daar onder
lijdt. Volgens Charles Dupuy zou achterlijkheid in hoofd
zaak gevolg zijn van endocrine stoornissen en zouden deze
zich onder meer openbaren door vermindering van den
bloeddruk en vermeerderde uitscheiding van galzureu in
de urine. In het paedologisch laboratorium werd nagegaan
in hoever deze bewering opging; bij geen der onderzochte
kinderen werd vermindering van den bloeddruk waargeno
men, wel werd in de urine van 5 van de 26 achterlijken ver
hoogde chlooruitscheiding gevonden.
Eveneens werd in het laboratorium vastgesteld, dat de