I
E
224
diger der 3e afdeeling (fraaie letteren)P. C. Brederode,
vertegenwoordiger der 4e afdeeling (Toonkunst) en G.
Hogerwaard, sociëteitscommissaris.
Een tentoonstelling van beeldhouwwerk werd door
H. M. de Koningin-Moeder bezocht.
Uit het Jaarverslag over 1918 van de Vereeniging
„die Haghe” blijkt, dat het aantal leden, in Januari 1918
609 bedragende, op 1 Januari 1919 was gestegen tot 650.
De leden zijn te verdeelen in 1 eerevoorzitter, 1 donateur,
10 eereleden, 9 bestuursleden, 439 gewone leden, 191
buitengewone leden en 12 correspondeerende leden.
Het vereenigingsjaar werd ingezet door de bezichtiging
van het gebouw van de Bataafsche Petroleum Maat
schappij aan de Carel van Bylandtlaan op Zaterdag
2 Februari.
Aangezien het aantal personen, die het gebouw
wenschten te bezichtigen, ruim 300 bedroeg, w’as het
bestuur genoodzaakt te verzoeken, of het gebouw’ nog
eenmaal voor de leden mocht worden opengesteld.
Op Zaterdag 23 Febiuari had dit tweede bezoek plaats.
Op Vrijdag 22 Februari werd in Pulchri Studio de
algemeene ledenvergadering gehouden.
Na behandeling van het huishoudelijk deel werd de
tweede helft van den avond gevuld door eene lezing
van dr. J. F. Steenhuis, geoloog bij het Rijksbureau
voor Drinkwatervoorziening, die eene voordracht hield
over de geologische gesteldheid van den bodem van
den Haag in den loop der tijden, en die een uiteenzetting
gaf van den bodemgesteldheid rondom onze woonplaats.
De volgende vergadering had plaats in een lokaal
van het Schoolgebouw van het Ned. Lyceum op Donder
dag 11 April, dat daartoe door die Vereeniging wel
willend w’as afgestaan en waar Dr. A. de Vletter eene
voordracht hield over het geschiedenisonderwijs op de
Haagsche middelbare school.
Als voorjaarsexcursie in den Haag zelf werd
door de leden het pasvoltooide gebouw’ van het Ministerie
van Landbouw’, Handel en Nijverheid bezichtigd.
Ruim 320 leden met hunne dames maakten den
rondgang door het gebouw op Zaterdag 27 April en
Zaterdag 4 Mei.
De Perstentoonstelling, die gedurende de eerste dagen