19 Op 1 Januari 1919 bestond het personeel uit: Afdeeling Algemeene Zaken (A.Z.) g - 1300,— Afdeeling Militaire Zaken M. Z.) 900,— 850,— 800,— 700,— 650,— Een hoofdcommies, chef der afdeeling Een commies Twee adjunct-commiezen, ieder Vier adjunct-commiezen, ieder Een tweede-klerk Een ambtenaar voor het onderzoek inzake kostwinners voor de Militie en voor de adressen om geldelijke ondersteuning Een schrijver Een schrijver Een hoofdcommies, chef der afdeeling Een hoofdcommies Een commies Een commies Een commies Een commies Een adjunct-commies Twee adjunct-commiezen, ieder Een eerste-klerk Een tweede-klerk Een tweede-klerk Een ambtenaai1 voor het onderzoek aangaande personen, omtrent wie door hooger bestuur inlichtingen worden gevraagd, nopens hunne financieele omstandigheden, als an derszins Een schatter voor de drankwet, zie onder Drankwet. Drie schrijvers, ieder Een schrijver Een schrijver Twee schrijvers, ieder Twee schrijvers, ieder f 2675,— 2112,50 - 1618,75 - 1506,25 - 900,— f 3025,— - 2500,— - 2450,— - 2225,— - 2112,50 - 2000,— - 1618,75 - 1506,25 - 1100 - 900,— - 700,— - 1200,— - 724,— - 600,— Jaarwedde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 22