12
1 Januari tot 31 December
Kolen.
G a s o 1 i e.
Als duurtetoeslag werd van
1918 uitgekeerd:
aan de ambtenaren
werklieden
f 112.052,39»
174978,92
f 287.031,315
In dit jaar werd geen gasolie geleverd; door zuinig ver
bruik uit den voorraad kon het watergas tot 19 Mei met
oliegas gecarbureerd worden; daarna werd slechts onge-
carbureerd watergas bij het kolengas gemengd.
De kolenlevering geschiedde ook dit jaar door bemidde
ling der Rijkskolendistributie. Aanvankelijk werden de kolen
uit Duitschland vrij bevredigend geleverd en waren de ver
wachtingen voor de zomerlevering hoopvol. Doch na 1 April
werd de levering uit Duitschland geheel gestaakt en moesten
wij ons tevreden stellen met Limburgsche vetkolen, die
minder gas van mindere hoedanigheid opbrengen en met
bruinkolen, die voor eene belangrijke gasproductie onge
schikt zijn.
In het najaar werd de Duitsche kolenlevering weder in
geringe mate hervat om in December wederom geheel te
eindigen. Slechts in een beperkte mate werden toen eenige
Engelsche kolen aangevoerd.
De voorraad bedroeg op 1 Januari 10.242 ton en steeg
tot 13.236 ton op 1 April, daarna verminderde deze tot
4.180 ton op 1 Juni en was toen slechts voor 14 dagen
toereikend. In November was de voorraad weer aangegroeid
tot 13.492 ton, doch ten gevolge van de geringe levering in
December was deze op het einde van het jaar gedaald tot
6.248 ton, voldoende voor slechts 16 dagen.
De prijzen der Duitsche kolen bedroegen
in het 1ste en 2de kwartaal f 44,50—f 47,50
3de 35,10-,, 37,70
en 4de 48,4051,95
per ton loco mijn, waarbij voor spoorvracht tot 1 April f 4,67
per ton en na April f 6,42 per ton zijn te voegen. De
Limburgsche kolenprijzen waren loco mijn voor Emma vet
fijn tot 1 Juli f 43,50, tot 1 September f 34,30 en daarna
f 47,35 per ton loco mijn.
6
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.