16 4 VERSLAG DER VISSCHERSH A VEN. Begin Juni waagden een 3-tal Seheveningsehe loggers zich ter haringvisscherij, doch reeds spoedig keerde een tweetal met algeheel verlies van netten in de haven terug, wrwijl het resultaat met het derde vaartuig ook zoo weinig hoopvol was, dat men deze visscherij staakte en de hoop opgaf om dit jaar nog ter haringvisscherij, het hoofdbe drijf voor Seheveningen, te vertrekken. Toen echter half October de kans op vrede of ten minste op een wapenstilstand grooter werd, herleefde de hoop, dat het dit jaar nog mogelijk zou zijn de haringvisscherij al thans voor een korter tijd uit te oefenen. Talrijke schepen staakten de trawlvisscherij en werden voor de haringvisscherij in gereedheid gebracht. Toen dan ook in het begin van November de tijding van het sluiten van den wapenstilstand kwam, waardoor het duikbooten- gevaar ten minste verdwenen was, al bleef dan het mijnen gevaar nog aanwezig, vertrokken terstond vele loggers ter haringvisscherij. Wel was de tijd voor die visscherij nog maar kort, daar zij irf den regel begin December eindigde, doch men had hoop ten minste nog een goede reis te maken. Het uitrusten der vaartuigen had de grootste zorg ge kost. De visseherijbenoodigdheden waren niet alleen slechts weigerde het werk uit te voeren uit vrees voor ongelukken. Hierdoor ontstond een ernstige verzanding, hoofdzakelijk in de binnenvoorhaven. Het in- en uitvaren der vaartuigen ondervond daarvan veel belemmering, terwijl ook het hel lingen vertraging ondervond. Na vele besprekingen en correspondenties werd besloten, dat op kosten van de Gemeente door middel van dreggen en tasten naar de mijn zou worden gezocht. Deze poging had echter geen resultaat. Getracht werd met Dirkzwager’s Bergingsmaatsehappij een contract aan te gaan voor het met duikers zoeken naar de mijn, doeh de voorwaarden waren dusdanig dat daarvan moest worden afgezien. Eindelijk gelukte het aan de Gemeente om met den aan nemer van het baggerwerk een nieuw contract af te slui ten. Deze laatste liet toen door een duiker naar de mijn zoeken. De mijn werd enkele dagen later aan het einde der binnenvoorhaven diep in het zand gevonden. De mijn werd door militairen en kustwacht gevischt en gedemonteerd. Het baggeren werd toen met kracht aangevangen. Betreffende de bezwaren verbonden aan het gebrek aan ruimte en het gemis van een veilige ligplaats voor de vaartuigen in de binnenhaven vermeen ik naar vorige jaarverslagen te mogen verwijzen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 560