16 7 VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN. deze te dicht tegen el- J. J. v. d. Ende Jr. op een mijn, waarbij slechts 2 per sonen gered konden worden en 5 man het leven verloren. Op 11 September onderging de logger SCH lóö van de reederij A. v. d. Zwan hetzelfde lot. Hierbij gingen 5 menschen verloren en werden er slechts 2 gered door den logger SCH 60. 8 September bracht een jol 4 opvarenden binnen van de Groninger zeiltjalk „Eben Haezer”, welk vaartuig in de Noordzee op een mijn was geloopen en gezonken. Persoon lijke ongelukken kwamen er niet bij voor. 26 September bracht de logger SCH 387 de equipage, 12 man, van het op een mijn geloopen stoomschip „Dirksland” aan. De stoomboot was op weg van Rotterdam naar Huil. Een stoker is tengevolge van de ontploffing gedood. De sleepboot „Staalduin” van L. Smit Co.’s Sleepdienst kreeg bij het uitvaren een tros in de schroef en kwam in de buitenhaven op de bestorting van het Zuiderhaven- hoofd. Het vaartuig bekwam zware bodem- en dekschade. Met behulp van een groote drijvende bok, welke daartoe uit den Waterweg werd gehaald, is het vaartuig later ge licht en na voorloopig op de helling in de haven gerepa reerd te zijn, naar Rotterdam gesleept. In de week van 1825 September is er bij stormweer door de hevige deining veel schade aan de in de haven liggende loggers en andere vaartuigen toegebracht, door dat de haven vol schepen lag en kander gemeerd waren. 20 October verdaagde de Groninger tjalk „Esperance” ge laden met hout, in den Zuidhoek der buitenhaven alwaar het aan den grond kwam te zitten. Door de havenbedienden en vletterlieden werden ankers en trossen uitgebracht, waarop het vaartuig met hoog water vlot kon komen. 22 December kwam een jol binnen met 3 schipbreukelin gen van het gezonken stoomscheepje R.O. 56, welk vaartuig op een mijn was geloopen. In den loop van het jaar kwamen verscheidene malen vaartuigen met in de Noordzee gevischte lijken, welke dan door den zorg der politie naar de begraafplaats werden vervoerd. Ook liepen enkele mijnenveegers van vreemde nationaliteit in de haven, waar zij eehter slechts een korten tijd bleven liggen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 563