16F 4 VERSLAG GEMEENTEWERKEN. deden, die zich niet zoo gemakkelijk in den bedrijfsvorm lieten opnemen, doch ten slotte opgelost werden, zoodat op 1 Januari 1918 alle voorbereidende werkzaamheden haar beslag hadden gekregen. Uit den aard der zaak kan het eerste jaar, waarin het overgangsproces zich heeft ontwikkeld, aangemerkt worden als een tijdvak, dat buitengewoon veel werk heeft gegeven, om zoowel administratieven als technischen arbeid bedrijfs matig te doen functionneeren. De tijdsomstandigheden zjjn in niet geringe mate van ongunstigen invloed geweest op de uitvoering van nieuwe werken. Zouden verschillende dezer werken in normale tijden successievelijk zijn uitgevoerd of tot uitvoering zijn ge bracht, in de meeste gevallen waren de abnormaal hooge prijzen van materialen, gepaard gaande met de onzeker heid of deze bij aankoop geregeld geleverd zouden kunnen worden, hiervoor een beletsel. Niettegenstaande deze ge wichtige belemmeringsfactor zijn de meest urgente werken toch tot uitvoering gebracht, waaronder in hoofdzaak zijn te rekenen die, in verband staande met crisismaatregelen en met de mobilisatie. De demobilisatie bracht plotseling een groote kentering in de stagnatie van de uitvoering der werken. In verband hiermede moesten ter tegemoetkoming aan eventueele werkloosheid de werken, die tot dat tijdstip wegens de hooge kosten waren opgehouden, tot uitvoering worden gebracht, teneinde werkverschaffing zooveel en zoo spoedig mogelijk te bevorderen; voor dit doel werd dan ook in de Raadsvergadering van 14 November 1918 een blanco crediet verleend. De onderhoudswerken werden, zooveel de omstandig heden zulks toelieten, op de gewone wijze uitgevoerd. De voorziening van gemeentegebouwen en scholen van brandstoffen bleef opgedragen aan dit bedrijf. In aanmerking nemende de groote moeilijkheid, waar mede het verkrijgen van brandstoffen over het algemeen gepaard ging “en de groote hoeveelheden, die voor de be doelde gebouwen in verband met hun omvang noodig wa ren, had verstrekking een gunstig en vrij regelmatig verloop. Waar alle middelen beraamd werden om, waar dit mogelijk was, de noodtoestand op het gebied der brandstof fenvoorziening te lenigen, werd in de Raadsvergadering van 29 Juli 1918 besloten tot de oprichting van een Gemeen telijke bruinkoolbriketteninrichting op een terrein aan de Laakhaven. Deze inrichting, welker productie in de eerste plaats zal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 681