16F
24
VERSLAG GEMEENTEWERKEN.
Het baggeren en op diepte houden van de vaarten en
graehten geschiedde in eigen beheer.
Er werd 5.659 Ma. grond en 21.588 M3. bagger uit de
grachten verwijderd.
2°. Vaartverbetering.
Wegens de tijdsomstandigheden kon de H.IJ.S.M. nog
geen begin maken met de werken tot ophooging van de
spoorbanen naar Rotterdam en Scheveningen. Wel werd
een bestek voor de hulpbaan door deze Maatschappij inge
diend, doch wegens de hooge kosten, die dit werk zal mede
brengen en de omstandigheid, dat de H.IJ.S.M. niet over
Door den aannemer van het onderhoud zijn voorts de
volgende werken verricht:
het verbeteren van eenige gedeelten paardenpad langs
de Johan de Wittlaan, de Nieuwepark-laan en den Scheve-
ningsche Weg, door het daarin verwerken van grindzand.
De landhoofden van de voormalige brug der H.IJ.S.M.
over de Afzanderijvaart, tusschen de Koningin Emma-
kade en de Waldeck Pyrmontkade, werden afgebroken en
de kaaimuren en glooiingen ter plaatse doorgetrokken.
De Haringkade, de Raamweg, de Sparren weg en de Ver-
Huëllweg werden in het voorjaar gedeeltelijk overgeteerd.
Het teren van wegen geschiedde in zeer beperkte mate,
daar het teermateriaal zoo goed als niet te bekomen was.
Bij Raadsbesluit van 4 Maart 1918 werd met het Rijk
(Ministerie van Landbouw) overeengekomen door de Ge
meente in beheer en onderhoud te doen nemen den weg
langs den Koekamp en Maliebaan, de Boorlaan, den weg
tusschen den Rijksweg naar Leiden en den Bezuidenhout-
schen Weg in N.-W. richting gaande tot den Benoordenhout-
schen Weg en de verlengde Laan van Nieuw Oost-Indië, de
laatste voor zoover deze buiten de verharding valt, welke
in beheer en onderhoud was bij Waterstaat. De 5 M.
breede strook verharding van dezen weg is bij de Wet van
3 Juni 1918 (S.B. 342) aan de Gemeente in beheer en onder
houd overgedragen.
1°. Grachten en vaarten.
d. Rivieren, kanalen, vaarten en bjjbehoorende wer
ken, als: waterkeeringen, overlaten, lünpaden,
sluizen, duikers, beschoeiingen, los- en
laadplaatsen, bruggen, enz.