31
B.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 16^
„De z.g. semi-permanente woningen, althans die, welke te
’s-Gravenhage zijn gesticht, zijn naar de meening van den
ondergeteekende in geen enkel opzicht met noodwoningen
gelijk te stellen, maar zijn blyvende woningen met eenigs-
zins korteren levensduur, dan de gebruikelijke blyvende
woningen. Zij voldoen evenwel uit het oogpunt van soliditeit
aan alle redelyk te stellen eischen; zij bieden behoorlijke
woonruimte en vormen een uiterlijk bekoorlijke wyk. Zij
hebben den bouw van langer blijvende woningen allerminst
tegengehouden en het mogelijk gemaakt, dat sneller en tegen
redelijke kosten voor velen eene goede huisvesting werd
gevonden”.
Bij gebreke van daartoe geschikt opgehoogd terrein kon
voorloopig met den bouw van woningen van lichte constructie
niet worden voortgegaan.
Ten einde den bouw van woningen van lichte constructie
opnieuw mogelijk te maken, werd in de Raadsvergaderingen
van 15 April en 4 Juni 1918 besloten tot onteigening van ter
reinen tusschen de Laak en Broeksloot en werd in de ver
gadering van 15 Juli 1918 een crediet beschikbaar gesteld
voor de ophooging van een gedeelte der benoodigde terreinen.
Behalve aan den bouw van woningen werd de aandacht
gewijd aan den bouw van inrichtingen van algemeen belang,
welke in ardeidswijken van grooten omvang noodzakelijk
zyu. O. m. werd een voorloopig ontwerp gemaakt voor den
bouw van een badhuis in de wyk aan den Laakweg (West)
en voor een badhuis, gecombineerd met een gemeenschappelijk
waschhuis en een speelplaats in de wijk aan den Trekweg.
Ten behoeve van den in te richten onderhoudsdienst der
Gemeentewoningen werd voorbereid de stichting van een
centraal-magazyn met werkplaats en dienstwoningen aan de
Slachthuiskade en van een tiliaalinriehting aan de Treiler-
straat te Scheveningen. Voor beide inrichtingen werden
voorloopige ontwerpen gemaakt.
Voorts werd een ontwerp opgemaakt voor een steenen
barak voor de huisvesting van dakloozen.
By Raadsbesluit van 23 December werd voor den bouw
van deze barak een bedrag van f 97.100.beschikbaar ge
steld en werd besloten, de barak na voltooiing in gebruik
te geven aan de Vereeniging „Tehuis voor onbehuisden”.
De bouw van deze barak werd opgedragen aan de firma
Warff’emius Co.
Aankoop van woningen ter Exploitatie in
het belang der Volkshuisvesting.
Krachtens Raadsbesluit van 18 Maart 1918 werd aan
gekocht een complex arbeiderswoningen, bestaande uit de