33
overleg wordt gepleegd (o.m. omtrent de gezinnen, aan
welke verhuurd wordt, omtrent eventueele huuropzeggingen
e.d.) (Een uitzondering hierop maakt het perceel Jan
Hendrikstraat No. 24; dit bovenhuis, waarin met het oog
op den woningnood vier tijdelijke woningen zijn gemaakt,
wordt ook door den Woningdienst beheerd.)
Het aantal aanmeldingen voor Gemeentewoningen bleef
zeer groot. In het geheel waren er einde 1918 7000 aanvra-
gen, waarvan 2000 voor Scheveningen. In 1918 meldden zich
voor de woningen in de stad alleen 3000 gezinnen aan.
Al deze gezinnen ontvangen na schriftelijke aanmelding
een bewijs van inschrijving, en worden zoo spoedig mogelijk
door een der inspectrices bezocht. Deze vormt zich een
oordeel over het gezin en noteert het resultaat van het
bezoek op een kaartregister.
Is er een groep woningen gereed, dan worden bij de
verhuring in het algemeen de onderstaande regelen in
acht genomen
1. ingezetenen van de Gemeente gaan vóór boven hen,
die elders zijn gevestigd, of wier vestiging in deze Gemeente
van zeer recenten datum is;
2. gezinnen, van wie een nette en behoorlijke bewoning
kan worden verwacht, genieten de voorkeur; degenen, die
door vuile bewoning, vechten, burenruzies e.d. minder
gunstig bekend zyn, komen niet in aanmerking;
3. zij, die volgens verkregen inlichtingen als wanbetalers
bekend staan, zonder dat daarvoor aannemelijke redenen
zijn aan te voeren, komen niet in aanmerking;
4. gezinnen, die door omstandigheden in nood verkeeren
en die overigens aan de bovenbedoelde eischen voldoen,
gaan voor;
5. het zelfde geldt ten aanzien van groote gezinnen, die
overigens aan de gestelde eischen voldoen;
6. voorzoover de vorenstaande regelen zulks toelaten,
wordt rekening gehouden met de volgorde van aanmelding.
Het spreekt van zelf, dat op deze algemeene regelen
telkens uitzonderingen gemaakt dienen te worden. Zoo zijn
herhaaldelijk aan personen, die in Rijks- of Gemeentedienst
zijn, doch niet in de Gemeente woonachtig waren (o.a. tab
rijke, nieuw aangestelde politie-agenten en verplaatste post
beambten), Gemeentewoningen verhuurd met het oog op
het dienstbelang.
Eindelijk moet uit den aard der zaak rekening gehouden
worden met de grootte van het gezin in verband met de
grootte der woningen, met de financieele draagkracht van
het gezin in verband met de door den Raad vastgestelde
huurpryzen, enz.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 16^