37 Zooals uit deze tabel blijkt, was de som van de huurschuld op 31 December (kolom 5) en het als oninbaar afgeschrevene (kolom 7) minder dan 'j2 van ^et totaal verschuldigde. Het in kolom 5 vermelde is grootendeels later afbetaald. Het spreekt van zelf, dat, al wordt er stipte betaling ge- eischt van alle huurders, die daartoe in staat zijn, er niet hard wordt opgetreden tegen hen, die werkelijk onmachtig zijn, om te betalen. Al wordt er slechts noode tot huuropzegging overgegaan, geheel te vermijden is dit niet. Indien bewoners na herhaalde waarschuwingen weigeren, het huurreglement na te komen, voortgaan in strijd daarmee te handelen, of zich schuldig maken aan wanbetaling, dan moet huuropzegging volgen. Het is ten slotte het eenige middel. In hooge mate werden de bezwaren gevoeld, welke kleven aan de omslachtige be handeling, welke art. 143 der Gemeentewet eischt, in geval tot ontruiming moet worden geprocedeerd. In 1918 bleek het noodzakelijk, aan 21 gezinnen de huur op te zeggen; aan 15 wegens wanbetaling (van wie 14 te Seheveningen)aan 3 wegens onderverhuren, aan 2 wegens overlast, den buren aangedaan, en aan één wegens het niet nakomen van het huurreglement. De 14 Scheveningsche gezinnen hadden op 1 Januari 1918 een schuld van f 770.80, die ontstaan was, deordat zy in 1917 geweigerd hadden, ondanks herhaalde waarschuwing, wekelijks te betalen. Zij beloofden naar Scheveningsch ge bruik, met Kerstmis de huur te zullen voldoen, bleven in gebreke, en ontvingen een huuropzegging, toen bij onder zoek bleek, dat hunne inkomsten zeer ruim waren geweest. Van deze gezinnen betaalden er na de opzegging 9 hunne schuld; 5 gezinnen verlieten hun woning, eene schuld van f 340.80 nalatend, die als verlies moest worden afgeschreven. De moreele uitwerking van deze huuropzegging was groot. Binnen de 14 dagen, bij de opzegging gesteld, was de schuld betaald, of de woning verlaten. Aan deze opzeg ging is het zeker voor een groot deel te danken, dat er dit jaar ook te Seheveningen weinig huurschuld is gemaakt. Alle gezinnen, die hun woning tengevblge van huurop zegging moesten verlaten, slaagden er in, een onderdak te vinden, voordat het tot uitzetting kwam. Feitelijke uitzet tingen kwamen dus gelukkig niet voor. De hieronder volgende staten geven een overzicht van de bewoning der Gemeentewoningen (in het belang der volkshuisvesting of aangekocht). Tabel No. 7 geeft een overzicht, naar de ligging der complexen, van het aantal woningen en de daarin gehuis- VERSLAG STADSONTWIKKELINGEN VOLKSHUISVESTING. 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 785