51 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. KV’ VI. Bemoeiingen met de Particuliere Bouwnijverheid. In 1918 werd, met gebruikmaking van de eredieten bij Raadsbesluiten van 4 December 1916 en 28 December 1917 ter beschikking van Burgemeester en Wethouders gesteld, voortgegaan, met gelden onder hypothecair verband te verstrekken, in aansluiting bij de door de Gemeentelijke Hypotheekbank verstrekte le hypotheek. Deze gelden uit het z.g. „Noodhypotheekfonds” werden verstrekt ten behoeve van den bouw van middenstands- woningen, waaraan bij voortduring een groote behoefte bleef bestaan. De woningen, ten behoeve waarvan deze hypotheken werden verleend, zijn grootendeels dezelfde, als waarvoor het Koninklijk Nationaal Steuncomité subsidie geeft. Getracht wordt, deze beide regelingen aan elkander te doen aanpassen. De gang van zaken bij het verstrekken der hypotheken is in het kort de volgende: De Gemeentelijke Hypotheekbank leent gelden uit onder hypothecair verband van het erfpachtsrecht op gronden, die door de Gemeente ’s-Gravenhage in erfpacht zyn uit gegeven, met de daarop gebouwde of te bouwen opstallen en wel tot een maximum van 70 van de geschatte verkoopwaarde. Op perceelen, waarop de Gemeentelijke Hypotheekbank eerste hypotheek heeft verstrekt, kan uit genoemde eredieten tweede (of indien het Koninklijk Nationaal Steuncomité subsidie verleent, derde) hypotheek worden verschaft, in dier voege, dat het totaal bedrag der leeningen (c.q. met inbegrip van het bovengemelde subsidie) niet meer dan 95% der bouwkosten bedraagt. De tweede (derde) hypotheek wordt uitsluitend verleend ten behoeve van den bouw van burgerwoningen en heeren- huizen (respectievelijk boven- en benedenwoningen) een en ander behoudens uitzonderingsgevallen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wet- Het Koninklijk Nationaal Steuncomité geeft ten behoeve van middenstandswoningen (voor ’s-Gravenhage maximum-huurwaarde f 10.per week) subsidie tot een maximum van 25 der bouw kosten en tot een maximum van f 3.75 per M3. onbebouwde ruimte. De bouwer is verplicht, de woningen te verhuren tot vooraf vast te stellen, op een over te leggen exploitatie-begrooting gebaseerde maximum-huren. Voorloopig wordt een tweede rentelooze hypotheek ten bedrage van het subsidie gevestigdwanneer de bouwer gedurende 10 jaar aan zijne verplichtingen heeft voldaan, wordt deze hypo theek geroyeerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1918 | | pagina 798