55
In den loop van het jaar werd tweede (resp. derde)
hypotheek gesloten ten behoeve van den bouw van 101
woningen en voor 27 woningen toegezegd.
VERSLAG STADSONTWIKKELINGEN VOLKSHUISVESTING. 16^
Niettegenstaande de pogingen, van Gemeentewege aan
gewend, om door een coulante verstrekking van erediet de
subsidie-regeling van het Steuncomité aan te vullen, bleek
een en ander toch onvoldoende te zijn, om de totstandkoming
van een voldoend aantal middenstandswoningen te waar
borgen. Daarom werd getracht, op andere wijze den bouw
van die soort woningen te bevorden.
Reeds sedert einde 1917 waren door de toenmalige afdee-
ling „Woningdienst” der Gemeentewerken met de Bouwkun
dige Vereeniging „Onderneming en Vrijheid” onderhandelingen
gevoerd over een tusschen de Gemeente en die vereeniging
te sluiten overeenkomst inzake den bouw van middenstands
woningen. Deze leidden aanvankelijk niet tot een resultaat.
In April 1918 wendde de vereeniging zich tot den Raad
met een voorstel, dat evenwel voor de Gemeente niet aan-
nemenlijk was. Nadere onderhandelingen volgden. Inmiddels
werd bij suppletoire begrooting van Binnenlandsche Zaken
een bedrag van f 500.000.— uitgetrokken voor steun van
de particuliere bouwnijverheid. Bij Koninklijk Besluit van
18 Juli 1918 No. 92 (St. Ct. No. 171) werden de voorwaarden
vastgesteld, waarop aan de gemeenten bedragen k,unnen
worden verstrekt, ter bevordering van de particuliere
bouwnijverheid tot ten hoogste het drievoud van het bedrag,
dat voor hetzelfde doel uit de Gemeentekas wordt beschikbaar
gesteld.
De nieuwe onderhandelingen met de vereeniging „Onder
neming en Vrijheid” leidden tot overeenstemming omtrent
eene samenwerking tusschen Gemeente en bouwondernemers
op den voet van het volgende schema, waarmede de Raad
zich in zijne vergadering van 23 December vereenigde:
1. De bouw van de te stichten perceelen, bevattende
verdieping-woningen, wordt uitgevoerd op erfpachtsgrond
volgens door Burgemeester en Wethouders goed te keuren
plattegrond- en gevelteekeningen door aandeelhouders der
sub. 14 bedoelde Naamlooze Vennootschap, welke daartoe
door de Directie dier Vennootschap onder goedkeuring van het
College van Burgemeester en Wethouders worden toegelaten.
2. De bouw geschiedt bloksgewijze in dier voege, dat
telkens ten minste één straatfront geheel wordt bebouwd.
3. Voor elk blok wordt een kostenraming opgemaakt en
wordt een afzonderlijke bouwrekening ter vaststelling van
den kostprijs aangelegd.
De kostenraming wordt onderworpen aan het oordeel der