i
57
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. 1 6^
van 5 leden, waarvan er drie worden benoemd door
Burgemeester en Wethouders en twee door de Directie der
sub 14 bedoelde Naamlooze Vennootschap.
Indien de commissie van oordeel is, dat materialen ver
krijgbaar zijn tegen lageren prijs, dan waarvoor de sub 14
bedoelde Naamlooze Vennootschap wenscht te doen leveren,
of dat een aanbesteding kan geschieden tegen lageren prijs,
dan waarvoor die Vennootschap deze wenscht te doen plaats
hebben, dan is zij bevoegd, een anderen leverancier respec
tievelijk een anderen aannemer, aan te wijzen.
9. Binnen een maand na de voltooiing van een bouwblok
wordt de bouwrekening van dat blok afgesloten en wordt
door de sub 14 bedoelde Naamlooze Vennootschap rekening
en verantwoording betreffende den bouw van dat blok aan
Burgemeester en Wethouders ingezonden met mededeeling
van de verdeeling van het eindbedrag over de deelnemers.
Binnen drie maanden na de inzending wordt het definitief
bedrag van het subsidie voor eiken deelnemer door Burge
meester en Wethouders bepaald.
10. Zoodra met den bouw van een blok een begin is
gemaakt, berekend de sub 8 bedoelde commissie het bedrag
van het aan eiken deelnemer vermoedelijk toe te kennen
subsidie. Naar gelang de bouw vordert, kunnen met inacht
neming van het sub 6 2e alinea, bedoelde maximum, aan
eiken deelnemer in afwachting van de sub 9 bedoelde
vaststelling van het door hem te verkrijgen definitieve
subsidie, voorloopige termijnen van het berekende bedrag
worden uitbetaald, welke zoo noodig, later zullen -worden
verrekend.
De uitbetaling der hypotheken geschiedt eveneens in
termynen, in verband met den stand van den bouw.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2 van het „Reglement
op de Gemeentelijke Hypotheekbank” (Verz. No. 26 van
1213), geschiedt geen betaling dan na overlegging van een
verklaring der sub 8 bedoelde commissie, dat die betaling
kan geschieden.
11. De jaarlijksche huur der overeenkomstig deze bepa
lingen gebouwde pereeelen bedraagt gedurende 15 jaren
sedert de voltooiing van den bouw niet meer dan 8 van
het in den bouw gestoken eigen kapitaal, vermeerderd met
het bedrag der .hypotheken, en het twintigvoud van den
jaarlijkschen erfpachtscanon, met dien verstande, dat de
jaarlyksche huur van een woning in geen geval hooger
mag zijn dan f 600.Indien echter gedurende vorenbe
doelden termijn de grondbelasting verhoogd of verlaagd
wordt, zullen de huren met een evenredig bedrag kunnen
worden verhoogd of moeten wordejj verlaagd.