Bijlage 17
VERSLAG van den toestand van de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs te ’s-Gravenhaffe over het jaar 1918.
Ter voldoening aan het bepaalde In artikel 8 van de ver
ordening op de gemeentelijke arbeidsbeurs, heeft het Be
stuur de eer U een verslag over 1918 van den toestand en
de werkzaamheden der beurs aan te bieden.
Naar aanleiding van het besluit van de vergadering van
Nederlandsche Arbeidsbeurzen om de jaarverslagen der
Arbeidsbeurzen volgens een vastgesteld schema te maken,
om meer eenvormigheid te verkrijgen, aan welk besluit het
Bestuur zijn goedkeuring hechtte, wijkt dit verslag in ver
schillende opzichten af van dat, over vorige jaren.
Bestuur.
I
Het Bestuur was op 1 Januari 1918 samengesteld als volgt:
Voorzitter: Wethouder A. C. A. van Vuuren; Onder-Voor
zitter: Mr. Dr. A. L. Scholtens; Leden-werkgevers: A. van
Gilst, H. G. A. Jansen, P. Lelyveld, Mevrouw M. C. Ottes
Swüste en J. van Rij; Leden-werknemers: G. H. Beuker,
A. H. van Deth, J. P. Ch. Gogelein, M. J. Peltenburg en
D. Platteel; Secretaris: Mr. Dr. J. J. Boasson, Chef der Afd.
Arbeid; plaatsvervangend Secretaris: W. C. A. Riem Vis,
Adj.-Commies bij de Afd. Arbeid.
In de Raadsvergadering van 26 Juni 1916 werd naar aan
leiding van de voorstellen van het Bestuur tot herziening
van de wijze van benoeming van Bestuursleden, art. 2 der
Verordening op de Gemeentelijke Arbeidsbeurs gewijzigd
en als volgt vastgesteld:
De Arbeidsbeurs wordt onder toezicht van Burgemeester
en Wethouders beheerd door een Bestuur, samengesteld
als volgt:
Als voorzitter treedt op een lid van het College van Bur
gemeester en Wethouders, door dezen aan te wijzen. Een
onder-voorzitter en 10 leden worden door Burgemeester en
Wethouders benoemd.
De leden moeten, buiten den voorzitter en den onder
voorzitter, voor de helft werkgevers en voor de helft werk
nemers zijn.
De voorzitter en de onder-voorzitter mogen werkgever,
noch werknemer zijn.
Alvorens tot de benoeming van die 10 leden over te gaan,